wezens die vanalles
willen
wij, mieren maar dan
een pak luier
door elkaar, rond
elkaar
snuivend en snoevend
en misbegrepen
en gemiste kansen
en daar is veel
beter
dan ginder of hier
schermen om dingen
weg te fatsoeneren;
aan te vallen
en garde! en dan
geef ik u
wat lappen, schuif
de paravent
wat opzij en laat
het licht door
uw silhouet schijnt
schoner
dan uw gezicht
de dino’s wisten
het al
grootsheid komt in
golven
hoe hoger ge grijpt
hoe dunner de takken
en alleen met tanden
bijt ge iemand zijn
strot uiteen