Als een Walkure zingt ze
gelijk een cirkelzaag elk takje, elk blaadje in kleine stukjes scherpgerafeld zonder rekening te houden met de lijnen van nerven of levensjaren.
Ze blaast haar longen op tot enorme blaasbalgen en met Dikke Bertha in haar kielzog veegt en zwiept en schuurt ze met een gigantische natte dweil elke paal en pyloon uit de grond en elke boom van zijn sokkel, met luid gekraak en donker geloei als een monsterkoe in barensnood.
Ze schiet kanonsballen af in de baan rond de kerktoren en die laat zich uit eigen beweging gedwee vallen en iedereen houdt zich stil want we weten allemaal wanneer de Natuur echt kwaad is dan houdt ge u gedeisd, kop in kas tot het weer over is en de schade kan gewikt en gewogen en zo snel mogelijk hersteld worden.
Op de ouverture volgt een koorzang van sirenes. Brandweer, politie en ambulance in dienst van het volk en haar economie rukken uit om de wegen vrij te maken want alles ligt bedekt met een bladerlaag alsof uitgestald op de markt en te koop aangeboden: verse boomstammen met groene blaadjes en vruchten in de dop. De stammen moeten doorgezaagd, de kabels verwijderd en weer opgehangen.
Mensen komen van alle kanten aangerend en beginnen spontaan mee te trekken en te duwen. Boomstamwerpen en paalgooien. En fotograferen en filmen. Dat ook.
Nog uren blijven de sirenes gillen en vragen we elkaar wat er nu juist gebeurd is terwijl zij al lang weer is gaan liggen om haar schouwspel te overzien en haar woede weer ingetoomd. We vertellen wat we hebben gezien en gehoord en gedaan en bij iedereen is dat ongeveer hetzelfde.
De avond valt, maar niemand gaat rustig slapen en al zeker de muggen niet in het moeras.
´s Nachts steken de muizen hun kopjes voorzichtig boven, de reeën likken hun babykalfjes, de konijnen verlaten hun hol en televisies en telefoons worden getest op updates en de uitslagen van de ravage en de voetbal.
Gelukkig geen gewonden buiten een pasgeboren baby in een wiegje en een man onder een boom.
We zijn er stil van.
We kunnen het niet geloven.
De volgende dag weerklinkt een concert van biepjes en belletjes. De sociale media organiseren zich in hulptroepen en discussiegroepen en schandpaaltribunalen.
De ganzen vliegen weer uit samen met de brandweer en de dakwerkers, deuren worden opengezet om het huis te verluchten en meer takken en boomstammen gooien we als volleerde athletiekers op hopen, in containers, langs de kant van het trottoir.
We gaan kijken bij de buren aan de andere kant van het dorp en denken dat het bij ons heel goed meevalt en dat we heel veel geluk hebben gehad. We bellen rond en worden opgebeld en we doen ons verhaal nog een paar keer en kijken naar de automobilisten die allemaal op de brug vertragen om de fantoomkerktoren te fotograferen die ´s avonds in een paars avondgebed de zon groet, de gekraakte balken die halfstok hangen, de gebroken takken, de tentzeilen en de vlaggen aan flarden gerukt, voor ze ondergaat ondergedekt door wat schapenwolkjes en in de verte krast een uil.
Luister altijd naar de uil.
De volgende ochtend sturen de buizerds met een klaaglijk gehuil hun kinders uit want die nesten houden het geen 2 keer vol. Dat weten zij beter dan wij.
Wij gaan joggen en verder zagen en we fotograferen erop los. Het dak van de kerk wordt ingepakt en we missen ons herkenningspunt en we proberen ons te herinneren hoe de lucht voller was eergisteren en hoe fragiel het uitzicht nu.
Het is een kwestie van dat morgen alweer niet vergeten te zijn. We omcirkelen de dag van de storm en we refreshen telkens het weerbericht voor updates.
We vinden overal tegen de ramen en de voordeuren, tussen de scharnieren van dakramen en vliegenramen, op de tegels van het terras en tegen de voorruit van de auto geplakt hele kleine harde stukjes boomblad terug.
Geen tijd gehad om te verdorren.
#deverlichtebeschaving