Naar inhoud springen

Kasteel Lichtenvoorde

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Kasteel Lichtenvoorde
Huis Lichtenvoorde, met links de nu nog bestaande Johanneskerk
Huis Lichtenvoorde, met links de nu nog bestaande Johanneskerk
Locatie Oost-Gelre, Nederland
Algemeen
Kasteeltype Waterburcht
Gebouwd in ca. 1312
Gebouwd door Gieselbert van Bronckhorst
Gesloopt in 1790
Monumentnummer 25818
Website www.oostgelre.nl
Kasteel Lichtenvoorde
Portaal  Portaalicoon   Nederland

Kasteel Lichtenvoorde of Huis Lichtenvoorde is een Nederlands voormalig kasteel in de gemeente Oost Gelre, noordelijk gelegen van het centrum te Lichtenvoorde, in de Gelderse Achterhoek.

Het kasteel vormt in 1312 de aanleiding van een strijd tussen Gijsbert IV van Bronckhorst en de bisschop van Münster, Lodewijk II. De laatste was mening dat Van Bronckhorst het kasteel zonder zijn toestemming in zijn gebied had gebouwd, terwijl Van Bronckhorst beweerde dat het onder het gebied van de graaf van Gelre viel en hij het van de graaf in leen hield.
In 1616 werd kasteel Lichtenvoorde bestuurscentrum toen de graaf van Limburg-Stirum het gebied tot de zelfstandige Heerlijkheid Lichtenvoorde verhief. Het Hof of Richtershuis bij de Nederlands-hervormde kerk herinnert nog aan de oude tijden. Het Huis Lichtenvoorde stond ten noorden van het Richtershuis en werd ongeveer in 1790 afgebroken.

In 1496 werd bij het Huis Lichtenvoorde een kapel gesticht, waarbij zich het stedeke Lichtenvoorde ontwikkelt. Frederik van Bronckhorst en Borculo laat de kapel bouwen en met toestemming van de pastoor van Groenlo, Paschasius Wilkens, wordt de kapel ingewijd. In een verklaring van 20 juni 1496 getuigt Frederik van Bronckhorst en Borculo, dat de oprichting van deze miskapel geen inbreuk betekent op de parochierechten van Groenlo.[1]

Achter de Johanneskerk staat het rijksmonument Richtershuis, uit 1675, het voormalig koetshuis van het Kasteel Lichtenvoorde.

In oktober 2013 werd een deel van de fundering blootgelegd. Vrijwilligers van Archeologische Werkgroep Lichtenvoorde groeven tussen de Johanneskerk en het Richtershuis op twee plaatsen. Met prikstokken wisten zij de contouren van een gedeelte van de fundamenten te lokaliseren. Men trof een stuk muur, met een dikte van 1.40 meter voorzien van houten funderingspalen en -planken, daarnaast scherven aardwerk, waarvan de herkomst uit de 13e eeuw wordt gedateerd.[2][3]