Naar inhoud springen

Kasteel Didam

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Kasteel Didam
Locatie Vlag is onbekend in sjabloon NL-vlag Didam, Vlag Gelderland Gelderland, Vlag van Nederland Nederland
Algemeen
Kasteeltype Waterburcht
Bouwmateriaal baksteen, tufsteen en IJzerslakken
Gebouwd in 11e of 12e eeuw
Gesloopt in 1606

Het Kasteel Didam (ook wel: Berghvrede, Meurse toren of Berchvrede) was tot begin 1606 een kasteel in de Gelderse buurtschap Oud-Dijk vooral bekend van het Knooppunt Oud-Dijk zuidelijk gelegen van Didam. Het kasteel was een bezit van huis Bergh, de graven van Meurs hebben het circa anderhalf eeuw in leen gehad.

Bouw en teloorgang

[bewerken | brontekst bewerken]

De bouwdatum van het kasteel ligt volgens archeologen ergens in de 11e of 12e eeuw, het moet nadien zijn uitgebreid. De oudst bekende vermelding van het kasteel is afkomstig uit het jaar 1314 toen het in handen was van de graven van Meurs.[1] Over het uiterlijk en omvang van het kasteel is weinig tot niets bekend. Wel bestaan er enkele twijfelachtige tekeningen van. De uitbreidingen van het kasteel werden in 1503 verwoest na een brand, het hoofdgebouw en de kapel verdwenen een eeuw later. Tot 1605 stond ter plaatse een tufstenen toren die ook wel "Meurse toren" of "Berchvrede" of eenvoudig "Meurs", zoals op een kaart van Christiaan Sgroten, genoemd werd. Tijdens de sloop van de Meurse Toren in 1606 werd een lijk gevonden waarvan men in die tijd dacht dat het Drusus moest zijn. De stenen werden waarschijnlijk hergebruikt voor de bouw van molens in Didam en Zeddam, Huis Bergh en het klooster Sion in Doetinchem. Eind 19e eeuw moet de circa zestien meter brede gracht zijn gedempt.

In 2012 en 2013 werd een groot deel van het kasteelterrein blootgelegd. Er werden behalve Middeleeuwse kasteelmuren ook waterputten, grafkelders en restanten van vroegere bewoning uit de Merovingische periode aangetroffen. De meeste restanten van de vroegst bekende nederzetting werden tijdens de bouw van het kasteel en de aanleg van de kasteelgracht vergraven. Daarnaast moeten veel restanten zijn vernietigd toen de Duitsers in 1944 een tankgracht dwars over het kasteelterrein lieten graven. De aanleg van de Randweg Zuid dwars over het kasteelterrein heeft voor een groot deel de archeologische vindplaatsen uit de IJzertijd, Romeinse tijd en Middeleeuwen vernietigd.