Posts tonen met het label knipoog. Alle posts tonen
Posts tonen met het label knipoog. Alle posts tonen

vrijdag 13 september 2024

Reageren voor Dummies


Een van de vele voordelen van internet en dan, ja toch ook, sociale media is dat je snel van het laatste nieuws op de hoogte kunt zijn. Een van de nadelen daar weer van is dat je dan de reacties van jan en alleman (m/v/x) er gratis bij krijgt. En daar zit je niet altijd op te wachten.

Soms zijn het nuttige aanvullingen op het berichtje. Maar veel vaker zijn ze dat beslist niet. Dan staan ze vol met beledigingen en provocaties. Om het zacht te zeggen. Of dergelijke reacties nou voortkomen uit frustratie, constipatie, een 24/7 ochtendhumeur of een tekort aan aandacht, ik zou het niet weten.
Ik weet wel dat ik, ondanks verwoede pogingen om ze te vermijden, er vaker mee geconfronteerd word dan mij lief is. Ik ben voor vrijheid van meningsuiting maar deze vorm doet de indruk die ik van dergelijke mensen heb geen goed. Ook zacht gezegd.

Ik heb daarom besloten om een tien stappen-handleiding voor reageerders te schrijven. De titel is Reageren voor Dummies en de ondertitel: Zeggen wat je denkt mag - denken voor je wat zegt is beter.
 
1. Lees. Lees goed wat er in het artikel staat. Lees zorgvuldig. Neem de tijd en vraag je af of je alles wel goed begrijpt. Bedenk: begrijpen is niet (altijd) hetzelfde als het ermee eens zijn. Maar het helpt wel.
 
2. Vraag je af of je er wel op moet reageren, vraag je af of jouw mening wat toevoegt.
Zo nee: heb een fijne dag en ga door met je leven.
Zo ja: tja... ga dan in vredesnaam maar door naar:
 
3. Blijf kalm. Neem een kop koffie. Of thee. Vooruit, een koekje erbij. Overdenk je antwoord op de vorige stap. Is er nog steeds de behoefte om vanachter het scherm te reageren, ga dan pas door naar stap 4.
 
4. Dit is misschien een lastige: wees beleefd en respectvol. Parkeer je emoties en blijf zakelijk. Ga desnoods weer terug naar de vorige stap (en eventueel die daar weer voor), nog een kop koffie/thee is ook een goed idee. Twee koekjes, ook prima.
 
5. Eenmaal (toch) achter je toetsenbord: gebruik geen uitroeptekens en onnodige hoofdletters. Gebruik wel komma’s en punten waar ze horen; je wil immers begrepen worden. Denk aan d’s, t’s, spaties en het kofschip.
 
6. Blijf bij het onderwerp. Dit is heel belangrijk: Blijf bij het onderwerp. Haal er niet die andere zaken die in jouw ogen "ook niet deugen" bij.
Afdwalen leidt tot dwalen en dwalen tot verdwalen. Dat alles doe je maar in het bos.
 
7. Nog belangrijker: scheld niet, beledig niet, intimideer en bedreig niet. Niet-niet-niet! De stap van reageerder naar reaguurder is kleiner dan je denkt. (Eh... je bent toch nog wel aan het denken, toch?) Wees geen internettrol!
 
8. Wèl doen: je naam er duidelijk onderzetten, dus geen pseudoniem als ikzegwatikwil87659. Bij gebruik van een foto: ook hier uiteraard die van jezelf (met kleding aan) en niet van een vulkaan, Boze Smurf of het logo van een auto (die je waarschijnlijk niet eens hebt).
 
9. Lees je reactie over. Snap je zelf nog wat er staat? Echt?
Zou je ook zo tegen je moeder/leidinggevende/kind/priester/iemand die groter en sterker is dan jij praten? Echt?
 
10. Maak een wandeling, aai je kat, neem een douche. Vergeet op “posten” te drukken en sluit je computer af. 
Heb een fijne dag en ga verder met je leven.


Tot slot een tip voor degenen die met ongewenste, negatieve meningen van internettrollen en andere reaguurders te maken krijgen:

Haal niet in, houd rechts en laat dat waarschuwen met lichtsignalen maar zitten.

Oftewel: don’t feed the troll!
 
 
 
 
 
 
 

maandag 26 augustus 2024

Lawaai, chaos en troep


Meestal ben ik rustig, nuchter en pragmatisch. Word ik met een wat lastige situatie geconfronteerd, dan zoek ik naar een oplossing en, jazeker, vaak vind ik die ook. Mocht ik geen oplossing kunnen bedenken, dan ga ik op jacht naar een alternatief. En wanneer het een kwestie van uitzitten en wachten tot het overgaat is, dan, inderdaad, zit ik het uit en wacht ik tot het voorbij is. Zonder (veel) te zeuren want dat helpt toch niet.
 
“Het is wat het is.”
“Als het niet rechtsom kan, moet het maar linksom.”
“If you can’t beat them, join them.”
“Je kan niet bepalen wat je overkomt, wel hoe je ermee omgaat.”
“When life gives you lemons, ask for tequila and salt.”
“Oost, west, thuis best.”
“Zoals verwacht loopt alles anders.”
“Volgens mij is het tijd voor koffie!”
 
Het zijn allemaal uitspraken waar ik te pas en te onpas mee rondstrooi.
Nee, ik ben niet gauw voor een gat te vangen. Niet dat ik snel laat merken in ieder geval. Het is me zeker tijdens mijn werk indertijd negen van de tien keer gelukt volgens die methode doortastend en oplossingsgericht te zijn, op z’n minst die indruk te wekken.
 
Tijdens mijn werk indertijd, ja. Peter kan immers dwars door mij heen kijken. Hij kent (en waardeert!) mijn praktische inslag maar heeft vaak sneller door dan ikzelf wanneer die karaktertrek als sneeuw voor de zon begint te verdwijnen.
De clou zit ‘m namelijk in het “meestal” in de eerste zin. “Meestal” is immers niet altijd. Er zijn situaties waarin ik wat minder rustig en nuchter ben, oké, wanneer ik behoorlijk kan ontsporen eigenlijk. Dan zie ik allerlei beren op en kuilen in de weg, fantaseer ik het ene doemscenario na de andere mogelijke ramp, overdrijf ik, stel ik me aan en stress ik op die manier mijzelf de pan uit.
 
Dat deed ik ook volop ruim voor, vlak voor en tijdens het slopen van onze oude en installeren van onze nieuwe badkamer. “Vreemde” mensen over de vloer, lawaai en chaos en troep in mijn huis: ik kan er zo, zó slecht tegen!
Waarom ik er nu weer over begin? Die badkamer is toch allang klaar? Ja, die badkamer wel maar nu, sinds vrijdag, is ons toilet aan de beurt. 
"Oost, west, thuis even niet zo best."
Natuurlijk heeft het niet de impact van “toen”; we kunnen gewoon douchen en we hebben ons tweede toilet, het slopen van een vloertje, een wc-pot en fonteintje staat amper in verhouding tot het slopen een totale badkamer inclusief de muurtegels en wat is nou een week zonder toilet beneden vergeleken met drie weken zonder badkamer... Maar toch... Maar toch!
 
Lawaai!
Chaos!
Troep!
En “vreemden” over de vloer.
Vréselijk! Echt!
 
Ik weet het: het is een first world problem van de eerste orde. Ik mag blij zijn dat we straks een nieuw en mooier toilet hebben, dat we een bedrijf hebben gevonden bij wie we niet op een ellenlange wachtlijst hoefden te staan, dat we überhaupt een dak boven ons hoofd hebben, bla-bla-bla, enzovoort. En ik ben dat ook: ik ben heel blij. Maar ik ben in gevallen van lawaai, chaos, troep en “vreemden” nu eenmaal een Dramaqueen. Met een hoofdletter, ja.
 
Gelukkig staat er naast deze Dramaqueen een King. Ook met een hoofdletter maar zonder drama ervoor. Want het is er eentje die zich zelfs door zulke vréselijke omstandigheden niet van de wijs laat brengen.
Die “gewoon” heel rustig in alle vroegte al koffiezet voor werklieden, gezellig met hen kletst, zich weinig aantrekt van lawaai, chaos en de rest.
Die het dramagedrag van zijn queen zelfs wel grappig vindt.
 
O, wat zou een Dramaqueen zonder zo’n King zijn?
Dat zou toch vréselijk zijn!
Echt vréselijk!

Niet alleen voor die queen.



 
 

maandag 19 augustus 2024

Eén derde stukje maar


De Olympische Spelen zijn alweer ruim een week voorbij en wat was het weer prachtig! Ik heb bij lange na niet alles gekeken maar ik heb genoten van de onderdelen waar ik wel voor ben gaan zitten. Dan zat ik er met bewondering en respect, en met klamme handjes als het eindsignaal bijna klonk, bij afsprongen en laatste meters voor de finish. Zelfs bij de herhalingen.
 
Ja, het was mooi maar, wat mij betreft, ook mooi geweest. Met name die hardlopers, zij inspireerden maar frustreerden tegelijk ook een beetje. Het zal beslist hun bedoeling niet zijn maar ik voelde me door hun prestaties toch wat klein.
Met mijn tempo (ik durf het woord snelheid hier niet eens te gebruiken) en mijn benen (zo’n beetje de helft van de lengte van die van Femke en twee keer de omvang van die van Sifan), om nog maar niet te spreken van mijn conditie, kan ik toch nooit in de buurt zelfs van hun schaduw staan.
Femke springt soepeler over een horde dan ik over een stoeprand en die eindsprint (na ruim 42 kilometer!) van Sifan kan ik alleen op mijn fiets evenaren. Op mijn elektrische fiets.
Wanneer ik beide dames (en al die andere lopers) zo bezig heb gezien, trek ik toch wat anders mijn hardloopschoenen aan. Dan heb ik een wat steviger peptalk nodig.
“Kom op, meid. Jij kan ook wel wat. Vele malen langzamer maar je doét het wel. Dat is ook wat waard.”
"Ja," geef ik mijzelf nu, nu de Spelen afgelopen zijn, gelijk, "dat is best heel wat waard. Dat is geen medaille, in welke kleur dan ook, waard maar... misschien wel een klein stukje van zo’n medaille?"
Is dat raar gedacht? Nee, vind ik niet.
 
Neem nou die gouden medaille van Sifan voor de marathon; daar heeft zij iets meer dan 42 kilometer voor gelopen. Ik liep laatst weer ruim 7 kilometer. Oftewel een zesde van haar afstand.
Zij deed daar iets meer dan 2 uur over, dat is dan weer twee keer zo lang als mijn uurtje.
Laten we nu rekenen: één zesde (afstand) maal twee (tijd) is één derde.
Nou kan ik doorgaan en dat weer met twee vermenigvuldigen vanwege het verschil tussen onze leeftijden (zij 31, ik 66) maar dan kom ik op twee derde uit en zover wil ik niet gaan. Laat ik realistisch blijven.
Dus wat als zij dan één, dus niet eens twee maar één derde van haar gouden medaille aan mij opdraagt?
Dat lijkt me toch wel zo redelijk. Dat symbolische, kleine één derde stukje zou mij al behoorlijk inspireren. Ik vind het wel een mooie, Olympischwaardige gedachte.
 
Per slot van rekening heeft Femke haar gouden medaille in z’n geheel (!) opgedragen aan iemand die niet eens kon lopen. Weliswaar vanwege een blessure, maar toch.
 
 

 
 

vrijdag 2 augustus 2024

Allemaal nep!


“Ach nee, dit is népvlees!”
 
De vrouw naast mij had kennelijk niet doorgehad dat zij voor het schap met vleesvervangers stond. Ik vroeg me net af hoe ik hierop zou reageren toen zij mij verwijtend aankeek alsof ik voor haar vergissing verantwoordelijk was.
Nee, besloot ik daarom, hier ga ik niet op in, maar tegelijkertijd ging zij verder:
 
“Ik snap dat niet, hoor. Wat is er mis met echt vlees? Ik hoor van steeds meer mensen die geen vlees meer willen. Onzin! Die beesten zijn toch al geslacht. U heeft toch ook een leren tas?”
 
Ik keek naar mijn tas. Die had ik zelf gemaakt en daar had geen koe of ander beest aan bijgedragen. Wel een oude spijkerbroek.
 
“Nou ja, schoenen dan. Of bent u ook zo vegetarisch?”
 
Ik keek naar mijn niet bepaald plantaardige armen en slikte een licht-sarcastische opmerking in.
 
“En als je toch geen vlees wil eten, waarom dan wel dat neppe gedoe? Sorry hoor, maar hier vind ik ècht wat van.”
 
O nee, iemand die “ècht ergens iets van vindt” en dat ook nog met mij wilt delen. Waarom ik? Waarom? Zal ik zeggen dat het me worst was wat zij ervan vond? Of, wat vegetarischer, dat het me geen biet kon schelen?
 
“Ja, we kennen elkaar niet eens en u zegt niks terug maar ik wil het toch kwijt. Ik vind het onzin dat namaakspul. Trouwens, als het dan zo nodig moet, dat nepvlees, waarom dan van die rare namen? Hier: kipstuckjes. Met een c erin! En geen stukje kip, hoor. Nog zoiets: auf wieder schnitzel! Ik trapte er bijna in. Dat is toch totále volksverlakkerij! Noem de dingen gewoon wat ze zijn! Dit is toch nèp!”
 
“Nou....”, begon ik. Maar toen haalde ik mijn schouders op; dit had geen zin. Ik vond haar toon vervelend, ik vond haar vervelend. Het zou zonde van mijn tijd en goede humeur zijn om te reageren. Ik draaide mij van haar af maar terwijl ik dat deed viel mijn oog op de inhoud van haar winkelwagentje. Tja, en toen kon ik het niet laten.
 
“Nou, helemaal met u eens. Inderdaad totále volksverlakkerij met die namen. Slavinken? Slá? Vínken? Zit volgens mij geen stukje vogel in. Bókkenpootjes? Huh? En wat heeft u nog meer? Tijgerbrood? Trap er niet in, hoor, maar het lijkt me allemaal wat nep.”
 
Even was ze stil, toen trok ze de winkelkar ruw naar zich toe.
“Ach mens, doe normaal! Bemoei je met je eigen zaken!” riep ze boos over haar schouder terwijl ze op hoge poten wegliep.
 
En, ik moet het toegeven, daar vond ìk dan weer wat van.
 
 
 

donderdag 11 juli 2024

Dubbele verrassing


Ik stond voor de bloemenwinkel naar wat plantjes te kijken (ondertussen proberend niet te kwijlen bij de aanblik van bonbons in de koelvitrine er net naast) toen een man met een groot boeket de zaak uitliep.
“Goeie-mooie-morgen!” riep hij vrolijk. Ik wilde bijna teruggroeten maar zag gelukkig bijtijds dat het voor een voorbijganger, kennelijk een kennis, bedoeld was en niet voor mij. 
 
“Zo, dat is inderdaad een mooie morgen! Had je wat goed te maken?” was de weinig originele vraag van zijn kennis bij het zien van de bloemen.
“Ha, nee, het is onze trouwdag vandaag. Zevenentwintig jaar alweer.”
“Nou, gefeliciteerd! Knap trouwens dat je het zo precies weet. Ik moet altijd rekenen en dan zit ik er nog vaak naast. Ben al blij als ik de dag goed heb!”
“Heel eerlijk: ik ben de juiste dag ook vaak vergeten en dan moet ik dat nog lang horen. Maar dit jaar heb ik wel goed op de kalender gelet. Dus straks krijgt ze een dubbele verrassing. Hah!"
Zichtbaar trots op zichzelf hield  hij de bloemen als een soort trofee omhoog en kennis knikte gepast bewonderend.

“10 juli dus. Mooi, mooi. Samen met de verjaardag van mijn vrouw.”
“Je vrouw is morgen jarig?”
“Nee, vandaag. 10 juli. Ja, als ik dát zou vergeten! Hahaha!”
“Tien? Maar het is vandaag toch de négende?”
“Eh, nee..." En wijzend op de gebaksdoos in zijn hand: "Dit gaan we zo lekker eten bij de koff.."
“Gisteren... Niet vandáág! O mán! Niet weer, hè! Niet weer!”
"O jee..."
 
De fleurige trofee ging omlaag.
De schouders gingen omlaag. 
Kennis deed moeite om medelijdend te kijken in plaats van te lachen maar de pretlichtjes in zijn ogen waren, zelfs vanaf het afstandje waarop ik stond, duidelijk te zien. Toen wees hij naar de bloemenzaak: “Hee, ze verkopen er ook bonbons!”
“Ja en?”
“Koop je er zo’n doosje bij, kan je er toch nog een dubbele verrassing van maken!"

Als ik die man met de bloemen was, had ik de doos met gebak zo uit zijn handen geslagen.





vrijdag 22 september 2023

Zwart


De drie mannen, zo te zien collega’s tijdens hun middagpauze, stonden bij de bakker op de bestelling van twee van hen te wachten. Het saucijzenbroodje van de een en het frikandelbroodje van de ander lagen nog in de oven om opgewarmd te worden. Nummer drie, de andere twee noemden hem “ouwe” hoewel hij mij hooguit begin vijftig leek, had zijn appelflap al in de hand.

Hun gesprek ging over een man die zoveel zwart geklust had dat zijn maandelijkse inkomen hun salaris "ruim oversteeg" en "dat was toch asociaal" en  "een meer dan grof schandaal”. Ik had het berichtje over de man, een schilder, ook gelezen. Na jarenlang naast zijn bijstandsuitkering geschilderd te hebben, hij was zo kien geweest, om zijn inkomsten op de rekening van zijn ex-vrouw te laten storten moest hij, samen met die ex, voor de rechter verschijnen. Dit als gevolg van een anonieme melding.

 

“En dan hoeft hij maar een paar maanden te zitten!”

“Van onze belastingcenten ook nog!”

“Ja, dat nog een keer zelfs! Eerst van onze centen lekker bijstand trekken en dan nu gratis leven in de bak.”

“En wij maar werken en keurig belasting betalen terwijl dat soort aso's...”

“Mooi dat iemand hem aangegeven heeft. Die man mag een lintje krijgen!”

 

De heren Saucijs en Frikandel waren het gloeiend met elkaar eens. Ze waren als het ware tegen elkaar aan het opbieden hoe fout zij dergelijke praktijken vonden, de woorden “mannetjes" en "aso” vielen daarbij te pas en te onpas.

 

“Wat vind jij er eigenlijk van, Ouwe?”

Ouwe was net halverwege zijn appelflap en meer bezig met alle kruimels op zijn shirt dan met het gesprek van zijn collega’s.

 

“Een lintje? Wie? Die zwartwerker toch niet?”

“Nee man, die kerel van die anonieme tip.”

“O. Ja. Nou... bijstandsfraude is natuurlijk erg verkeerd maar om dan zo’n persoon aan te geven... En dan ook nog anoniem...”

“Ja hallo, stel dat zo’n gast erachter komt dat je hem verlinkt hebt. Leer mij dat soort kennen! Nee, ik zou hem ook aangeven en ik zou het anoniem doen ook!”

Saucijs was het ook hier weer met Frikandel eens: “Het is wel makkelijk rijk worden van onze centen zonder ook maar een poot uit te steken!”

“Geen poot uitsteken? Ik begreep dat hij tegen de lamp liep omdat hij elke ochtend vroeg weg ging en pas aan het eind van de dag thuiskwam, lijkt me toch net een echte werkdag...”
Kennelijk vond Ouwe het wel leuk om een beetje olie op het vuur te gooien; mijn grijns die ik moeilijk kon verbergen werd in ieder geval door hem beantwoord.

Gelukkig kwam toen het meisje van de bakkerij met hun broodjes zodat er niet verontwaardigd gereageerd kon worden en na een korte stilte ging Frikandel over op een ander onderwerp.

 

“Trouwens, hoe is het met je keuken? Hebben jullie al een aannemer gevonden?”

“Dat was nog best gedoe. Ik ben me rot geschrokken van de offerte van dat ene bedrijf, je weet wel, maar ik heb nu via-via een mannetje gevonden die het wel wil doen. Wel na zijn werk natuurlijk dus het duurt even maar het scheelt een bom duiten, dat wil je niet weten!”

“Goed man! Neemt die vent nog meer klussen aan? Ik heb ook nog wel wat...”

 

Maar voordat Frikandel zijn vraag aan Saucijs kon afmaken kwam Ouwe, die ene met zijn subtiele humor en van fijn olie op het vuur, er tussendoor.
“Een mannetje? Ná zijn werk? Je bedoelt iemand die het zwart doet? Pas maar op, hoor!"
En daarna geruststellend:
"O, ík zal jou en hem niet verlinken maar hij hier.... Je weet het niet, hè. Hij zou het dan immers anoniem doen!”

 

 

Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...