En toen, zomaar opeens, zag ik er eentje! Het was op de minst waarschijnlijke plek van het bos (een niet zo rustig stuk tussen het pad waarop ik liep en de autoweg) en het was daarom heel toevallig dat ik die kant op keek. Maar toen opeens zag ik een Zwijn, of eigenlijk zijn achterwerk, midden tussen de varens. Van opwinding (ja, eindelijk een wild beest!) en van schrik (jeetje, een heel wild beest!) stond ik meteen stil.
Ik ben een loper, een runner. Ik houd van hardlopen en ik houd vooral van hardlopen in mooie omgevingen. Als het niet anders kan (omdat ik niet zoveel tijd heb en het is ook nog spitsuur) loop ik over het bedrijventerrein hier vlak bij ons huis. Is het geen spitsuur, dan ga ik door het Binnenveld. Een prachtig uitgestrekt gebied met weidevelden en hoge bomen langs de wegen. Dan loop ik langs mais en koren, slome koeien en nieuwsgierige schapen, een paar ezels en heel veel kippen. Ik mijd het tijdens spitsuren omdat de doorgangswegen daar gebruikt worden als sluiproute en net te smal zijn voor èn een loper èn een fietser èn een auto. Dankzij een bepaalde wet komen die drie ook op de rustigste tijden elkaar altijd op precies hetzelfde moment tegen en één keer raden wie van de drie dan de berm in moet... Mijn liefste en ook mooiste lopen zijn daarom in het bos. Gelukkig wonen wij daar op zo’n tien autominuutjes vandaan.
De bossen waarin ik loop, ik heb de keus tussen drie verschillende waarvan er twee in hei overgaan, hebben elk hun eigen charme. Het Horabos is wat klein en fijn overzichtelijk, de Sysselt heeft mooie brede paden en het Edese Bos prachtig hoge beuken. Lopen in het bos is niet alleen opletten waar je loopt in verband met mul zand, konijnenholen en uitstekende boomwortels, lopen in het bos is ook, vooral, (voor mij) genieten van de steeds veranderende natuur. Ik kan het vaak niet laten om tijdens zo'n loop een paar foto’s te maken. Gewoon met mijn telefoon.
Tijdens die bosloopjes kijk ik ook altijd uit naar eventueel “wild”. Eekhoorntjes kom ik geregeld tegen, die schieten dan vlak voor mijn voeten het pad over, gluren vanachter een boom totdat ik stil sta en zijn dan weer verdwenen voor ik er erg in heb. Herten en reeën staan hoog op mijn verlanglijstje. Ze zijn er, ik weet het zeker, maar ik ben ze nog niet tegengekomen. Niet dat ik weet tenminste, ik verwacht elke keer als ik thuis op de computer mijn onderweg gemaakte foto’s bekijk dat er toch een hert, of desnoods alleen zijn gewei, of een kleine vos op blijkt te staan. Of een vervaarlijk kijkend zwijn. Die wonen daar ook. Alleen staan die beesten om begrijpelijke redenen niet zo hoog op dat lijstje van mij. En laat nou net zo’n geval gisterochtend op nog geen tien meter afstand van mij tussen de varens aan het wroeten zijn. Dat. Was een heel aparte gewaarwording.
Een zwijn! OMG, een echt levend, groot, heel wild zwijn! Eh.... help? Ik graaide naar de telefoon in mijn armband, toetste de camerafunctie aan, keek heen en weer tussen toestel en iets wat op mij af kon stormen en...
Het zwijn keek op, snoof wat en rende weg.
Aaahhh! Pfffff....
En nog een keer: Aaaahhh en Pfffff.
Geen aanval, geen paniek, geen sterk verhaal over hoe ik dapper net op tijd achter een boom dekking zocht maar ook geen foto dus. Was ik nou opgelucht of teleurgesteld? Ik heb de eerste meters na die ontmoeting wel hard verder gelopen. Extra hard. Zo zachtjes mogelijk extra hard. Misschien deed dat beest hetzelfde maar dan de andere kant op. Ik vind dat wel een grappige gedachte. Nu een dag later. Vanachter mijn bureau. Een geruststellende gedachte vooral. Want ik loop er toch het liefst. Daar in de bossen.