Peter en ik zijn echte filmliefhebbers. Wij zijn ook heel toepasselijk tijdens een filmavond op school verliefd op elkaar geworden. In de gymzaal, die in het donker nog erger leek te stinken dan normaal, zaten wij (niet geheel toevallig) naast elkaar en terwijl Charles Bronson al blazend op zijn mondharmonica net niet werd opgehangen, dachten wij zomaar opeens en gelukkig tegelijk: “Goh…”.
Sindsdien zijn we van elkaar en van films blijven houden. En we hebben heel wat films gezien. In het begin voornamelijk in Arnhem en dan meestal in het Rembrandt Theater. Daar kon je, toen al wat ouderwets maar ook heel feestelijk, kiezen tussen stalles, balkon en loges. Bij premières speelde ergens onderin iemand op een orgel, stonden er opeens bloemstukken in de zaal en hadden genodigden galakleding aan.
Dit klinkt, zelfs in mijn eigen oren, als iets van “voor den oorlog” en als zoonlief dit zou lezen, zou hij mij meewarig over mijn hoofd strijken en zeggen dat dit alles vast nog in zwart/wit was. Maar hij mag wellicht over een paar jaar uitleggen dat hij nog films in 2D heeft gezien, en ik heb ook wat tijdlozere herinneringen:
- Tijdens een eerste afspraakje met een potentieel vriendje naar The Exorcist. Hij dacht romantisch hand in hand te kunnen zitten, maar Linda Blair begon zo eng te doen dat ik vol afgrijzen mijn handen voor mijn ogen sloeg en tot na de aftiteling in elkaar gedoken bleef zitten. Jongens van zeventien vinden dat kennelijk aanstellerij. Tja, dan is een avond zo bedorven.
- Samen met mijn vriendin naar The Godfather part II. De film duurde en duurde maar, en we werden steeds banger de laatste trein te missen. Toen de lichten eindelijk weer aangingen, renden wij de bioscoop uit en wij haalden de trein op het nippertje. Buiten adem bekenden we elkaar weinig van de film en vooral van het einde begrepen te hebben. Later bleek dat wij tijdens de pauze weggehold waren.
- Turks Fruit: bij ons op school scoorde je goed als je die film gezien had en ik had wat goed te maken na het niet-zien van de Exorcist. Vanwege de (te) hoge leeftijdgrens kon ik alleen de bioscoop in onder begeleiding van een volwassene. De geluiden zijn me het beste bijgebleven: het geschrokken “Oh jee!” van mijn moeder bij de frontale aanblik van Rutger Hauer’s blote onderlichaam, de muziek van Toots Thieleman en het gelach van mijn klasgenoten de volgende dag.
Ik kan zo wel uren doorgaan, maar genoeg geflashbackt en fast forward naar nu.
We hoeven al heel lang niet meer voor de film naar Arnhem. Sinds een jaar of tien hebben we in Ede immers dé Cinemec: een prachtige bios met een gevarieerd programma, lekker ijs, een achtergrondverhaaltje vooraf en prima stoelen. Toen de Cinemec er net was kon je er een voordelige tienrittenkaart kopen. In deze tijd is onze gewoonte ontstaan om zeker één keer in de maand naar de film te gaan. Ergens onderweg is deze gewoonte verwaterd; de kortingskaart werd uit de handel genomen en thuis, languit op de bank, een film kijken is natuurlijk erg comfortabel. We gingen, kortom, steeds minder vaak naar de bios.
Maar afgelopen zondag waren wij er weer eens. In de bioscoopzaal, die in het donker fijn vertrouwd voelde, zaten wij (uiteraard niet toevallig) naast elkaar en nog voordat George Clooney met zijn koffer aan kwam lopen, zeiden wij zomaar opeens en gelukkig tegelijk: “Goh.... als we nou eens weer elke maand naar de bios gingen….”.