Naar inhoud springen

Lijst van verkiezingen in België

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Dit is een overzicht van alle reguliere verkiezingen die in het Koninkrijk België zijn gehouden sinds de onafhankelijkheid. Hierbij zijn lokale referenda en buitengewone verkiezingen die vóór 1919 plaatsvonden, niet mee opgenomen. Ook de gemeenteraadsverkiezingen van vóór 1919 worden niet vermeld.

Grondwetgevende verkiezingen (1830)

[bewerken | brontekst bewerken]

Verkiezingen voor het tijdelijke Nationale Congres:

Unitaire staat (1831-1994)

[bewerken | brontekst bewerken]

Verkiezingen in 1831-1919

[bewerken | brontekst bewerken]

Volksvertegenwoordigers werden gekozen voor een termijn van vier jaar; elke twee jaar werd de helft van de Kamer herkozen. Senatoren werden gekozen voor een termijn van 8 jaar; elke vier jaar werd de helft van de Senaat herkozen. De eerste reeks (hier aangeduid als "E") bestond uit de provincies Oost-Vlaanderen, Henegouwen, Luik en Limburg ; de tweede reeks ("A" hieronder) bestond uit Antwerpen, Brabant, Luxemburg, Namen en West-Vlaanderen .

Een gelijkaardig systeem gold voor de verkiezingen voor gemeenteraden en provincieraden.

Jaar Provinciale verkiezingen Wetgevende verkiezingen
1831 29 augustus 1831
1833 23 mei 1833 (volledig: Kamer volledig vernieuwd na ontbinding)[1]
1835 9 juni 1835 (gedeeltelijk: Kamer E en Senaat E)
Gemeentewet en Provinciewet van 1836
1836 29 september 1836 (volledig)
1837 13 juni 1837 (gedeeltelijk: Kamer A)
1838 28 mei 1838 (gedeeltelijk)
1839 11 juni 1839 (gedeeltelijk: Kamer E en Senaat A)
1840 25 mei 1840 (gedeeltelijk)
1841 8 juni 1841 (gedeeltelijk: Kamer A)
1842 23 mei 1842 (gedeeltelijk)
1843 12 juni 1843 (gedeeltelijk: Kamer E en Senaat E)
1844 27 mei 1844 (gedeeltelijk)
1845 10 juni 1845 (gedeeltelijk: Kamer A)
1846 25 mei 1846 (gedeeltelijk)
1847 8 juni 1847 (gedeeltelijk: Kamer E en Senaat A)
Cijns verlaagd naar het grondwettelijke minimum bij wet van 12 maart 1848.
1848 12 juli 1848 (volledig) 13 juni 1848 (volledig: beide Kamers)[2]
1850 27 mei 1850 (gedeeltelijk) 11 juni 1850 (gedeeltelijk: Kamer A)
1851 27 september 1851 (volledig: Senaat)[3]
1852 24 mei 1852 (gedeeltelijk) 8 juni 1852 (gedeeltelijk: Kamer E)
1854 22 mei 1854 (gedeeltelijk) 13 juni 1854 (gedeeltelijk: Kamer A)
1855 12 juni 1855 (gedeeltelijk: Senaat E)
1856 26 mei 1856 (gedeeltelijk) 10 juni 1856 (gedeeltelijk: Kamer E)
1857 10 december 1857 (volledig: Kamer)[1]
1858 24 mei 1858 (gedeeltelijk)
1859 14 juni 1859 (gedeeltelijk: Kamer A en Senaat A)
1860 28 mei 1860 (gedeeltelijk)
1861 11 juni 1861 (gedeeltelijk: Kamer E)
1862 26 mei 1862 (gedeeltelijk)
1863 9 juni 1863 (gedeeltelijk: Kamer A en Senaat E)
1864 23 mei 1864 (gedeeltelijk) 11 augustus 1864 (volledig: Kamer)[1]
1866 28 mei 1866 (gedeeltelijk) 12 juni 1866 (gedeeltelijk: Kamer E)
1867 11 juni 1867 (gedeeltelijk: Senaat A)
1868 25 mei 1868 (gedeeltelijk) 9 juni 1868 (gedeeltelijk: Kamer A)
1870 23 mei 1870 (gedeeltelijk) 11 juni 1870 (gedeeltelijk: Kamer E)
2 augustus 1870 (volledig: beide Kamers)[2]
1872 27 mei 1872 (volledig) 11 juni 1872 (gedeeltelijk: Kamer A)
1874 25 mei 1874 (gedeeltelijk) 9 juni 1874 (gedeeltelijk: Kamer E en Senaat E)
1876 22 mei 1876 (gedeeltelijk) 13 juni 1876 (gedeeltelijk: Kamer A)
Betere regelgeving rond de kiesverrichtingen, waaronder invoering van stemhokjes en de geheime stemming, bij wet van 9 juli 1877.
1878 27 mei 1878 (gedeeltelijk) 11 juni 1878 (gedeeltelijk: Kamer E en Senaat A)
1880 24 mei 1880 (gedeeltelijk) 8 juni 1880 (gedeeltelijk: Kamer A)
1882 22 mei 1882 (gedeeltelijk) 13 juni 1882 (gedeeltelijk: Kamer E en Senaat E)
1884 25 mei 1884 (gedeeltelijk) 10 juni 1884 (gedeeltelijk: Kamer A) en 8 juli 1884 (volledig: Senaat)[3]
1886 23 mei 1886 (gedeeltelijk) 8 juni 1886 (gedeeltelijk: Kamer E)
1888 27 mei 1888 (gedeeltelijk) 12 juni 1888 (gedeeltelijk: Kamer A en Senaat A)
1890 25 mei 1890 (gedeeltelijk) 10 juni 1890 (gedeeltelijk: Kamer E)
1892 22 mei 1892 (gedeeltelijk) 14 juni 1892 (volledig: beide Kamers)[4]
Hervormingen van 1893 en Kieswetboek van 12 april 1894:
1894 28 oktober 1894 (volledig) 14 oktober 1894 (volledig: beide Kamers)[2]
1896 26 juli 1896 (gedeeltelijk) 5 juli 1896 (gedeeltelijk: Kamer A)
Provinciekieswet van 22 april 1898:
  • Termijn van provincieraden verdubbelt van vier naar acht jaar, met gedeeltelijke verkiezingen elke vier jaar in plaats van elke twee jaar
  • Buitengewone verkiezingen voor provincieraadsleden vervangen door een systeem van opvolgers
1898 5 juni 1898 (gedeeltelijk) 22 mei 1898 (gedeeltelijk: Kamer E en Senaat E)
Wetgevende verkiezingen hanteren nu evenredige vertegenwoordiging met opvolgers in plaats van een meerderheidsstelsel met tweede rondes en buitengewone verkiezingen
1900 3 juni 1900 (gedeeltelijk) 27 mei 1900 (volledig: beide Kamers)[2]
1902 25 mei 1902 (gedeeltelijk: Kamer A)
1904 5 juni 1904 (gedeeltelijk) 29 mei 1904 (gedeeltelijk: Kamer E en Senaat A)
1906 27 mei 1906 (gedeeltelijk: Kamer A)
1908 14 juni 1908 (gedeeltelijk) 24 mei 1908 (gedeeltelijk: Kamer E en Senaat E)
1910 22 mei 1910 (gedeeltelijk: Kamer A)
1912 9 juni 1912 (gedeeltelijk) 2 juni 1912 (volledig: beide Kamers)[2]
1914 24 mei 1914 (gedeeltelijk: Kamer E)

Verkiezingen in 1919-1994

[bewerken | brontekst bewerken]
Jaar Gemeentelijke verkiezingen Provinciale verkiezingen Wetgevende verkiezingen Andere
Na de Eerste Wereldoorlog worden grote hervormingen doorgevoerd:
  • Enkelvoudig in plaats van meervoudig stemrecht
  • Stemrecht verlaagd van 25 naar 21 jaar
  • Een volledige legislatuur van vier jaar in plaats van gedeeltelijke vernieuwing van de Kamer elke twee jaar
  • Invoering van gecoöpteerde senatoren
1919 16 november 1919[4]
1920 16 mei 1920 (buitengewone verkiezing voor de Senaat)
Provinciekieswet van 19 oktober 1921:
  • Een volledige bestuursperiode van vier jaar voor de provincieraden in plaats van gedeeltelijke vernieuwingen
  • Evenredige vertegenwoordiging in plaats van het meerderheidsstelsel
1921 24 april 1921 27 november 1921 20 november 1921[2]
1925 8 november 1925 5 april 1925[2]
1926 10 oktober 1926
1929 9 juni 1929 26 mei 1929
1932 9 oktober 1932 4 december 1932 27 november 1932[2]
1935 14 april 1935 (gedeeltelijke Kamerverkiezing in Brussel)
1936 7 juni 1936 24 mei 1936[2]
1937 11 april 1937 (gedeeltelijke Kamerverkiezing in Brussel)
1938 16 oktober 1938
1939 2 april 1939[2] (vervroegd)
Tweede Wereldoorlog
1946 24 november 1946 24 februari 1946 17 februari 1946[2]
Hervormingen:
1949 26 juni 1949[2]
1950 4 juni 1950[2] (vervroegd) 12 maart 1950 (referendum)
1952 12 oktober 1952
1954 11 april 1954[4]
1958 12 oktober 1958 1 juni 1958[4]
1961 26 maart 1961[2] (vervroegd)
1964 11 oktober 1964
1965 23 mei 1965[4]
1968 31 maart 1968[4] (vervroegd)
1970 11 oktober 1970
1971 7 november 1971[2] 21 november 1971 (Brusselse Agglomeratieraad)
1974 10 maart 1974[2] (vervroegd) Raad van de Duitstalige Cultuurgemeenschap
Grootschalige gemeentefusies: van 2.663 naar 589 gemeenten
1976 10 oktober 1976
1977 17 april 1977[2] (vervroegd) Raad van de Duitstalige Cultuurgemeenschap
1978 17 december 1978[4] (vervroegd) Raad van de Duitstalige Cultuurgemeenschap
1979 10 juni 1979 (Europees Parlement)
1982 10 oktober 1982
1981 8 november 1981[4] (vervroegd) Raad van de Duitstalige Cultuurgemeenschap
1984 17 juni 1984 (Europees Parlement)
1985 13 oktober 1985[2]
1986 26 oktober 1986 (Raad van de Duitstalige Gemeenschap)
1987 13 december 1987[4] (vervroegd)
1988 9 oktober 1988
1989 18 juni 1989 (Europees Parlement); 18 juni 1989 (Brussel)
1990 28 oktober 1990 (Raad van de Duitstalige Gemeenschap)
1991 24 november 1991[4]

Federale staat (1994-heden)

[bewerken | brontekst bewerken]

De vierde staatshervorming van 1993-1994 had verstrekkende gevolgen voor de institutionele structuur van het land.

De lokale verkiezingen (met bestuursperiodes van zes jaar) omvatten de provincieraads- en gemeenteraadsverkiezingen, net als de districtsraadsverkiezingen in Antwerpen.

De regionale verkiezingen (met periodes van vijf jaar, gelijktijdig met de Europese verkiezingen) zijn verkiezingen voor de verschillende parlementen van de gemeenschappen en gewesten: het Vlaams Parlement, het Waals Parlement, het Parlement van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap en indirect het Parlement van de Franse Gemeenschap en de drie vergaderingen van de gemeenschapscommissies in Brussel.

Jaar Lokale verkiezingen Regionale verkiezingen Federale verkiezingen Europese verkiezingen
1994 12 juni 1994
9 oktober 1994
1995 21 mei 1995 21 mei 1995[4]
1999 13 juni 1999 13 juni 1999[4] 13 juni 1999
De districtsraden van de districten van Antwerpen worden vanaf nu rechtstreeks verkozen (bij de lokale verkiezingen)
2000 8 oktober 2000
De federale kieskringen wijzigen van arrondissementen naar provincies; kiesdrempel van 5% ingevoerd
2003 18 mei 2003[4]
2004 13 juni 2004 13 juni 2004
Vijfde staatshervorming:
  • Lokale verkiezingen worden nu door de gewesten georganiseerd (alle andere blijven een federale bevoegdheid)
2006 8 oktober 2006
2007 10 juni 2007[4]
2009 7 juni 2009 7 juni 2009
2010 13 juni 2010[4] (vervroegd)
2012 14 oktober 2012
Zesde staatshervorming:
  • Rechtstreekse verkiezing van de Senaat is afgeschaft; federale verkiezingen zijn nu enkel voor de Kamer
  • Federale legislatuurperiode is verlengd van 4 naar 5 jaar
2014 25 mei 2014 25 mei 2014[4] 25 mei 2014
2018 14 oktober 2018
2019 26 mei 2019 26 mei 2019 26 mei 2019
2024 13 oktober 2024 9 juni 2024 9 juni 2024 9 juni 2024
2029 2029 2029 2029
2030 13 oktober 2030
  1. a b c De Kamer van Volksvertegenwoordigers is ontbonden bij koninklijk besluit.
  2. a b c d e f g h i j k l m n o p q r beide Kamers zijn ontbonden bij koninklijk besluit.
  3. a b De Senaat is ontbonden bij koninklijk besluit.
  4. a b c d e f g h i j k l m n o p Beide Kamers zijn automatisch ontbonden bij verklaring tot herziening van de Grondwet.