paar
Uiterlijk
- paar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | paar | paren |
verkleinwoord | paartje | paartjes |
het paar o
- twee personen of zaken die bij elkaar horen
- (pregnant) twee geliefden die een relatie hebben
- [2] relatie, verhouding
1. twee van een soort die bij elkaar horen
2. twee geliefden die een relatie hebben
paar
- meerdere, maar niet heel veel
- Neem jij een paar appels mee?
- Die paar mensen zonder auto moeten maar gaan lopen.
- ▸ De hele dag was het vriendelijk en rustig weer geweest, maar nu kwam er vanaf de andere kant van de berg een zwaar onweer op me af dat om de paar seconden fel oplichtte.[5]
- ▸ "Het is dit jaar voor eerst dat we het effect zo duidelijk zien", zegt voorzitter Rachel Heijne van Kringloop Nederland. "We zien ook dat de kwaliteit van spullen gewoon echt slecht is. Het is kleding die na een paar keer wassen kapot gaat. Die kun je niet in de kringloop verkopen.[6]
1. meerdere, maar niet heel veel
stellend | |
---|---|
onverbogen | paar |
verbogen | pare |
partitief | paars |
paar
- even in getal
vervoeging van |
---|
paren |
paar
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van paren
- Ik paar.
- gebiedende wijs van paren
- Paar!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van paren
- Paar je?
- Het woord paar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "paar" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[7] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ paar op website: Etymologiebank.nl
- ↑ 4,0 4,1 "paar" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Weblink bron “Minder kleding bij de kringloop door slechte kwaliteit fast fashion” (15-10-2024), NOS
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- paar
paar
- paar
- «Letschde Woch hemmer ee paar scheene warme Daage ghatt.»
- Vorige week hebben we een paar mooie dagen gehad.
- «Letschde Woch hemmer ee paar scheene warme Daage ghatt.»
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 1 lettergreep in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Pregnant in het Nederlands
- Onbepaald voornaamwoord in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %
- Woorden in het Pennsylvania-Duits
- Woorden in het Pennsylvania-Duits van lengte 4
- Woorden in het Pennsylvania-Duits met audioweergave
- Woorden in het Pennsylvania-Duits met IPA-weergave
- Onbepaald voornaamwoord in het Pennsylvania-Duits