Naar inhoud springen

leenwoord

Uit WikiWoordenboek
  • leen·woord
  • In de betekenis van ‘ontlening’ voor het eerst aangetroffen in 1910.[1]
  • Leenvertaling uit Duits Lehnwort; samenstelling van  leen ww  en  woord .
enkelvoud meervoud
naamwoord leenwoord leenwoorden
verkleinwoord leenwoordje leenwoordjes

het leenwoordo

  1. (taalkunde) een woord dat door een taal uit een andere taal overgenomen is
    • Het zelfstandige naamwoord download is een leenwoord uit het Engels. 
96 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[2]