Heedfemilie
De heedfemilie (Ericaceae) is een femilie van bedekzaojigen houtige plaanten. De femilie kump wereldwied veur, mar zelden in tropisch leeglaand.
Geslachen
[bewark | bronkode bewarken]De volgende soorten en/of geslachen wonnen in eigen artikels behaandeld:
- Geslachte: Andromeda
- Geslachte: Arbutus
- Soorte: Eerdbezeboom
- Soorte: Levendelheed (Andromeda polifolia)
- Geslachte: Arctostaphylos
- Soorte: Beredruve (Arctostaphylos uva-ursi)
- Geslachte: Bosbeze (Vaccinium)
- Soorte: Blauwe bosbeze (Vaccinium myrtillus)
- Soorte: Trosbosbeze (Vaccinium corymbosum)
- Soorte: Rooie bosbeze (Vaccinium vitis-idaea)
- Soorte: Riesbeze (Vaccinium uliginosum)
- Geslachte: Calluna
- Soorte: Bezemheed (Calluna vulgaris)
- Geslachte: Dopheed (Erica)
- Soorte: Bezemdopheed (Erica scoparia)
- Soorte: Boomheed (Erica arborea)
- Soorte: Erica lusitanica
- Soorte: Gewone dopheed (Erica tetralix)
- Soorte: Rooie dopheed (Erica cinerea)
- Geslachte: Empetrum
- Soorte: Kreiheed (Empetrum nigrum)
- Geslachte: Moneses
- Soorte: Eenbloemig wientergreun (Moneses uniflora)
- Geslachte: Orthilia
- Soorte: Eenziejig wientergreun (Orthilia secunda)
- Geslachte: Rhododendron (Rhododendron)
- Soorte: Roeskleurig alpenroosjen (Rhododendron ferrugineum)
- Soorte: Pontische rododendron (Rhododendron ponticum)
- Soorte: Geelbleuiende tuunazalea (Rhododendron luteum)
- Soorte: rhododendron atlanticum
- Soorte: rhododendron canadense
- Soorte: rhododendron catawbiense
- Soorte: rhododendron dauricum
- Soorte: Haorig alpenroosjen (Rhododendron hirsutum)
- Soorte: rhododendron lapponicum
- Soorte: Rhododendron smirnowi
- Soorte: Rhododendron vaseyi
- Geslachte: Veenbeze ((Oxycoccus)
- Soorte: Grote veenbeze (Oxycoccus macrocarpos)
- Soorte: Kleine veenbeze (Oxycoccus palustris)
- Geslachte: Wientergreun (Pyrola)
- Soorte: Klein wientergreun (Pyrola minor)
- Soorte: Rond wientergreun (Pyrola rotundifolia)
In Nederlaand koemen veerder nog de volgende geslachen veur:
APG II
[bewark | bronkode bewarken]In 't hier gebruken APG II-systeem is de heedfemilie uut-ebreid deur 't invoegen van de stofzaodfemilie (Monotropaceae), wientergreunfemilie (Pyrolaceae) en kreiheedfemilie (Empetraceae) uut 't ouwere Cronquist-systeem.
De (uut-ebreien) femilie hef in totaal zwat 4.000 soorten in de volgende geslachen: Acrostemon, Acrotriche Agapetes, Agarista, Allotropa, Andersonia, Andromeda, Aniserica, Anomalanthus, Anthopteropsis, Anthopterus, Arachnocalyx, Arbutus, Archeria, Arctostaphylos, Astroloma, Bejaria, Botryostege, Brachyloma, Bruckenthalia, Bryanthus, Calluna, Calopteryx, Cassiope, Cavendishia, Ceratiola, Ceratostema, Chamaedaphne, Cheilotheca, Chimaphila, Choristemon, Coccosperma, Codonostigma, Coleanthera, Comarostaphylis, Conostephium, Corema, Cosmelia, Costera, Craibiodendron, Cyathodes, Cyathopsis, Daboecia, Decatoca, Demosthenesia, Didonica, Dimorphanthera, Diogenesia, Diplycosia, Disterigma, Dracophyllum, Elliottia, Empetrum, Enkianthus, Epacris, Epigaea, Eremia, Eremiella, Erica, Gaultheria, Gaylussacia, Gonocalyx, Grisebachia, Harrimanella, Hemitomes, Hexastemon, Kalmia, Kalmiopsis, Lateropora, Lebetanthus, Ledothamnus, Lepterica, Leucopogon, Leucothoe, Lissanthe, Lyonia, Lysinema, Macleania, Malea, Melichrus, Menziesia, Mischopleura, Moneses, Monotoca, Monotropa, Monotropastrum, Monotropsis, Mycerinus (plant), Nagelocarpus, Needhamiella, Notopora, Oligarrhena, Oreanthes, Ornithostaphylos, Orthaea, Orthilia, Oxydendrum, Paphia, Pellegrinia, Pentachondra, Phyllodoce, Pieris, Pityopus, Platycalyx, Pleuricospora, Plutarchia, Polyclita, Prionotes, Psammisia, Pseudogonocalyx, Pterospora, Pyrola, Rhododendron, Rhodothamnus, Richea, Rupicola, Rusbya, Sarcodes, Satyria, Scyphogyne, Semiramisia, Siphonandra, Sphenotoma, Sphyrospermum, Sprengelia, Styphelia, Symphysia, Sympieza, Syndesmanthus, Tepuia, Thamnus, Themistoclesia, Therorhodion, Thibaudia, Thoracosperma, Trochocarpa, Utleya, Vaccinium, Woollsia, Zenobia (plaante)