kruisboog
Uiterlijk
- kruis·boog
- samenstelling van kruis ww en boog [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kruisboog | kruisbogen |
verkleinwoord | kruisboogje | kruisboogjes |
de kruisboog m
- (bouwkunde) diagonale boog in een kruisgewelf
- (militair) (geschiedenis) boog, schiettuig waarvan de reep en de pees een kruis vormen
- Het woord kruisboog staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kruisboog" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Bouwkunde in het Nederlands
- Militair in het Nederlands
- Geschiedenis in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %