beber
Uiterlijk
- IPA: /be'beɾ/
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
beber |
bebia |
bebido |
volledig |
beber
- drinken
- «Ele está bebendo água.»
- Hij is water aan het drinken.
- «Ele está bebendo água.»
- IPA: /beˈβeɾ/
- be·ber
- Afkomstig van het Latijnse bibere.
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
beber |
bebía |
bebido |
volledig |
beber
- aan de drank zijn
Categorieën:
- Woorden in het Portugees
- Woorden in het Portugees van lengte 5
- Woorden in het Portugees met IPA-weergave
- Werkwoord in het Portugees
- Woorden in het Spaans
- Woorden in het Spaans van lengte 5
- Woorden in het Spaans met IPA-weergave
- Werkwoord in het Spaans
- Onovergankelijk werkwoord in het Spaans
- Overgankelijk werkwoord in het Spaans