alfabet

Niet te verwarren met: alfabét

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  alfabet    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈɑlfabɛt / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• al·fa·bet

Woordherkomst en -opbouw

• via middeleeuws Latijn alphabetum van Oudgrieks ἀλφάβητος (alphábētos), in de betekenis van ‘letters van een spellingsysteem’ voor het eerst aangetroffen in 1484

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	alfabet	alfabetten
verkleinwoord	alfabetje	alfabetjes

Zelfstandig naamwoord

het alfabet o

1. de gezamenlijke lettertekens waarmee een taal schriftelijk wordt weergegeven, in hun bepaalde volgorde

   • De a is de eerste lettter van het alfabet. 
   • Het latijnse schrift kent 26 letters in het alfabet. 

   ▸ Van het begin van het alfabet naar het einde en terug.

   ▸ Dat deed hij vooral voor cruciale dingen - bijvoorbeeld om het alfabet te leren, door bij een taalklas voor volwassenen achter in het lokaal te gaan zitten.

Synoniemen

• abc

Verwante begrippen

• alfa
• alfabetiseren
• alfabetisering
• alfabetiseringsproject
• analfabeet

Hyponiemen

• baconalfabet, cyrillisch alfabet, handalfabet, morsealfabet, runenalfabet, spelalfabet, spellingalfabet, spellingsalfabet, telefoonalfabet, vingeralfabet

Afgeleide begrippen

• alfabetisch, alfabetisme, alfabetsoep

Vertalingen

    de lettertekens van een taal   

Abchazisch: aлфaвит (ab) Afrikaans: alfabet (af), ABC (af) Alemannisch: Alphabet Beiers: Alphabet (bar), ABC (bar) Bulgaars: азбука (bg) v Catalaans: alfabet (ca) m Cimbrisch: alfabet (cim) Duits: Alphabet (de) o, ABC (de), Abc (de) Engels: alphabet (en), ABC (en) Estisch: tähestik (et) Frans: alphabet (fr) m Fries: alfabet (fy) Hoogsilezisch: abecadło (szl), alfabyt (szl) Interlingua: alphabeto (ia) Italiaans: alfabeto (it) m Jiddisch: אלפאבעט (yi), אַלפאבעט (yi) Kasjoebisch: alfabét (csb), abecadło (csb)

Limburgs: alfabet (li) Luxemburgs: Alphabet (lb), ABC (lb) Noord-Fries: alfabeet Oekraïens: азбука (uk), абетка (uk), алфавіт (uk) Sovjet-Oekraïens Pools: alfabet (pl) m Portugees: alfabeto (pt) m Ripuarisch: Allfabeet (ksh), Allfabeet (ksh) Russisch: алфавит (ru) m, азбука (ru) m Schots: alphabet (sco), ABC (sco) Slowaaks: abeceda (sk) Spaans: alfabeto (es) m, abecedario (es) m Servisch: азбука (sr) v Tsjechisch: abeceda (cs) v Wymysoojs: alfabet (wym) o Zweeds: alfabet (sv) o

Gangbaarheid

• Het woord alfabet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "alfabet" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
98 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Afrikaans

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	alfabet	alfabette

Uitspraak

• IPA: /ɑɫfɑbet/

Zelfstandig naamwoord

alfabet

1. alfabet

Synoniemen

• ABC

Afgeleide begrippen

• alfabeties

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Catalaans

Zelfstandig naamwoord

alfabet m

1. alfabet

Cimbrisch

Zelfstandig naamwoord

alfabet m

1. alfabet

Fries

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	alfabet	alfabetten
verkleinwoord

Uitspraak

• IPA: /ɔlfabɛt/, /alfabɛt/

Zelfstandig naamwoord

alfabet

1. alfabet

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

• Wurdboek fan de Fryske taal - Instituut voor de Nederlandse taal

Limburgs

Zelfstandig naamwoord

alfabet

1. alfabet

Synoniemen

• abcd

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Pools

Uitspraak

• IPA: /alfabɛt/
• Geluid:  alfabet    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• al·fa·bet

Zelfstandig naamwoord

alfabet m

1. alfabet

   «Alfabet polski składa się z trzydziestu dwóch liter.»

   Het Poolse alfabet bestaat uit tweeëndertig letters.

Vervoeging

	enkelvoud	meervoud
nominatief	alfabet	alfabety
genitief	alfabetu	alfabetów
datief	alfabetowi	alfabetom
accusatief	alfabet	alfabety
instrumentalis	alfabetem	alfabetami
locatief	alfabecie	alfabetach
vocatief	alfabecie	alfabety

Synoniemen

• abecadło

Afgeleide begrippen

• alfabetnik
• alfabetowy
• alfabetyczny
• alfabetyzacja
• alfabetyzm

Verwante begrippen

• analfabeta

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Tsjechisch

Uitspraak

• IPA: /alfabɛt/

Zelfstandig naamwoord

alfabet

1. genitief meervoud van alfabeta

Wymysoojs

Uitspraak

• Geluid:  alfabet    (hulp, bestand)

Zelfstandig naamwoord

alfabet o

1. alfabet; de gezamenlijke lettertekens waarmee een taal schriftelijk wordt weergegeven, in hun bepaalde volgorde

Afgeleide begrippen

• alfabetyś

Zweeds

Zelfstandig naamwoord

alfabet o

1. alfabet

Verbuiging

	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	alfabet	alfabetet	alfabet	alfabeten
genitief	alfabets	alfabetets	alfabets	alfabetens