afstotend
Uiterlijk
- af·sto·tend
vervoeging van: | afstoten |
verbogen vorm: | afstotende |
afstotend
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | afstotend | afstotender | afstotendst |
verbogen | afstotende | afstotendere | afstotendste |
partitief | afstotends | afstotenders | - |
afstotend
- van iets dat men het liever op afstand houdt
- Van bovenaf lijkt het eerder een mens-afstotende olievlek, maar het zijn duizenden, misschien wel miljoenen ansjovissen. Een school die zich als eenheid voortbeweegt door de oceaan, manoeuvrerend om scheepswrakken, medevissen en ook mensen. [1]
1. van iets dat men het liever op afstand houdt
- Het woord afstotend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "afstotend" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ HP de Tijd 14/07 | 2014 Zien: wat er gebeurt wanneer je door een school ansjovissen zwemt
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be