Naar inhoud springen

Koninginnengelei

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Koninginnengelei (ook nog koninginnenbrood, koninginnenbrij of bijenmelk genoemd) is het mengsel dat wordt gegeven aan bijenlarven. De larve die werd gekozen als toekomstige koningin, zal in verhouding tot de andere larven veel grotere hoeveelheden krijgen, wat nodig is voor haar ontwikkeling.

Samenstelling

[bewerken | brontekst bewerken]

Koninginnengelei bestaat uit 66% water, 12,3% eiwit, 12,5% suiker, 5,5% vet en kleine hoeveelheden van meerdere vitamines (met name vitamine B1, B2, B3, B6, B8, B11, B12[1]), mineralen en hormonen. Deze vitamines, mineralen en hormonen worden gemaakt in een speciale klier van de bijenwerksters. Deze klieren bevinden zich in de kop van de werkbij.

Koninginnengelei is ook voor menselijke consumptie in de handel en er worden diverse goede eigenschappen aan toe geschreven, zo zou het verjongend en versterkend werken.

Deze eigenschappen worden verondersteld omdat de koninginnengelei tot gevolg heeft dat een bijenlarve zich tot koningin ontwikkelt en daardoor een veel langere levensduur (5 jaar) heeft dan een werkbij (enkele maanden). De langere levensduur moet dus wel toe te schrijven zijn aan de koninginnengelei. Dit is echter niet klinisch bewezen. Hierbij wordt voorbijgegaan aan het feit dat een koningin vrijwel niet vliegt en dat een werkbij sterft door slijtage van de vleugels.

Sterker nog: koninginnengelei kan voor sommige mensen zelfs ongezond en gevaarlijk zijn: consumptie kan een allergische reactie uitlokken.

  • De Britse auteur Roald Dahl schreef een enigszins luguber verhaal over koninginnengelei: 'Royal jelly'.
Zie de categorie Royal jelly van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.