Fredric Brown
Fredric Brown (Cincinnati, 29 oktober 1906 – Tucson, 11 maart 1972) was een Amerikaans schrijver van sciencefictionromans en detectiveverhalen. Brown werd met name bekend met zijn korte verhalen, vaak niet meer dan 1000 woorden, soms zelfs niet meer dan 500. Zijn kortste verhaal uit de bundel Space on my hands (1953) gaat als volgt:
- "De laatste man op aarde zat alleen in zijn kamer. Plotseling werd er op de deur geklopt..."
Biografie
[bewerken | brontekst bewerken]Fredric William Brown werd in 1906 geboren in Cincinnati in Ohio. Hij werd al jong wees, zijn moeder overleed op zijn veertiende, zijn vader een jaar later. Het vroege overlijden van zijn ouders droeg bij tot het atheïsme dat Brown zijn leven lang aanhing. Hij volgde de avondschool aan de Universiteit van Cincinnati waar hij Engels en geschiedenis studeerde. Zijn studie duurde slechts een jaar waarna Brown allerlei baantjes had van bordenwasser tot detective. Brown had talent voor schrijven en in 1936 begon hij columns te leveren aan The American Printer. In 1938 verscheen zijn eerste detectiveverhaal The Moon for a Nickel in Detective Story. Omdat het schrijven nog niet genoeg opbracht werkte hij een tijdje voor de Santa Fe Railroad, terwijl hij in de avonduren detective- en SF verhalen bleef schrijven voor allerlei tijdschriften. In de Tweede Wereldoorlog meldde hij zich vrijwillig voor het leger, maar werd afgekeurd. In 1946 verscheen zijn eerste SF-roman What Mad Universe. Zijn gezondheid was altijd al slecht en verergerde meer en meer. Hij had last van allerlei allergieën en astma. Begin jaren zestig ging het zo snel bergafwaarts, zeker toen hij meer ging drinken, dat hij niet meer in staat was te schrijven. Zijn laatste verhaal (in samenwerking met Carl Onspaugh), Eine Kleine Nachtmusik verscheen in 1965. Hij overleed op 11 maart 1972.
Stijl
[bewerken | brontekst bewerken]Brown was een meester in het vinden van plots voor verhalen. Hij kon naar een buschauffeur kijken of naar een vrouw die een straat overstak en dan een verhaal bedenken over wat er met deze personen zou gebeuren als bijvoorbeeld de wereld vergaat of een marsbewoner landt. Omdat Brown zowel detective- als SF-verhalen schreef, kon hij gemakkelijk plots uit detectiveverhalen verplaatsen naar SF en omgekeerd. Voorbeelden daarvan zijn de zogenaamde Nightmare stories. In een van die verhalen vermoordt een man zijn vrouw op een specifiek tijdstip. De moord moet echt op dat tijdstip plaatsvinden vanwege de dwangneurose van de moordenaar. Omdat zijn vrouw door haar gedrag het vertrek op het feestje waar zijn ze geweest uitstelt, kan hij haar niet in de auto vermoorden zoals gepland. Dus doodt hij haar op de stoep van hun huis. Als hij even later met het lijk in zijn armen over de drempel stapt, klinkt om hem heen gejuich. Zijn kennissen hebben een verrassingsfeestje voorbereid. Veel van zijn verhalen spelen met het thema van de geest en de realiteit, wat is waar en wat is onze verbeelding? Een van Browns meest bekende verhalen is Arena uit 1944 over een aardbewoner die tegen een bewoner van een andere planeet moet vechten, ter vermaak van een groep 'superieure' wezens. Het verhaal werd diverse malen bewerkt voor televisie, de eerste keer voor de originele Star Trek-serie. Humor was een andere belangrijk stijlmerk van Brown. In zijn roman Martians Go Home bijvoorbeeld maakt hij het genre belachelijk van Marsbewoners die de aarde willen veroveren. In Browns boek zijn de Martianen echt kleine groene mannetjes en zijn ze ook nog eens hinderlijk brutaal, grof in de mond (ze hebben Engels geleerd door de tv-programma's te bestuderen) en regelrechte hufters.
Bibliografie
[bewerken | brontekst bewerken]- The Fabulous Clipjoint (1947), Nederlandse titel Moordkroeg Chicago
- The Dead Ringer (1948)
- Murder can be Fun (1948), Nederlandse titel Moord kan grappig zijn
- What Mad Universe (1949), Nederlandse titel De verwrongen wereld
- The Bloody Moonlight (1949)
- The Screaming Mimi (1949), Nederlandse titel De gillende Mimi
- Compliments of a Fiend (1950), Nederlandse titel De groeten van de Duivel
- Here Comes a Candle (1950), Nederlandse titel Hier komt een kaars
- Night of the Jabberwock (1950)
- Death Has Many Doors (1951)
- The Far Cry (1951)
- The Case of the Dancing Sandwiches (1951)
- We All Killed Grandma (1952)
- The Deep End (1952), Nederlandse titel Moordmaniak
- Mostly Murder (1953)
- Madball (1953)
- The Lights in the Sky Are Stars (1953)
- Space on My Hands (1953)
- His Name Was Death (1954)
- Angels and Spaceships (1954)
- The Wench Is Dead (1955)
- Martians, Go Home (1955), Nederlandse titel Marsbewoners, hoepel op!
- The Lenient Beast (1956), Nederlandse titel De zachtmoedige moordenaar
- Rogue in Space (1957), Nederlandse titel Een solitair in de ruimte
- One for the Road (1958)
- The Late Lamented (1959)
- Knock Three-One-Two (1959)
- Honeymoon in Hell (1958)
- Nightmare and Geezenstacks (1961)
- The Murderers (1961)
- The Mind Thing (1961)
- Five-Day Nightmare (1962)
- Mrs. Murphy's Underpants (1963),
- The Shaggy Dog and Other Murders (1963)
- Daymares (1968)
- Paradox Lost, and Twelve Other Great Science Fiction Stories (1973), Nederlandse titel Nooit gebeurd
- The Best of Fredric Brown (1976), Nederlandse titel Nachtmerrie in groen
- Homicide Sanitarium (1984)
- Before She Kills (1984)
- Madman's Holiday (1984)
- The Case of the Dancing Sandwiches (1985)
- Carnival of Crime (1985),
- The Freak Show Murders (1985)
- Thirty Corpses Every Thursday (1986)
- Pardon My Ghoulish Laughter (1986)
- Red is the Hue of Hell (1986)
- Sex Life on the Planet Mars (1986)
- Brother Monster (1987)
- Nightmare in Darkness (1987)
- Who was that Blonde I Saw You Kill Last Night? (1988)
- Three-Corpse Parley (1988)
- Selling Death Short (1988)
- Whispering Death (1989)
- Happy Ending (1990)
- The Water-Walker (1990)
- The Gibbering Night (1991)
- The Pickled Punks (1991)
Bundels met Nederlandse vertalingen van korte verhalen
[bewerken | brontekst bewerken]- 1999 was me 't jaartje wel
- Huwelijksexperiment op de maan
- Hé, wat doen die sterren raar
- Nooit gebeurd
Bronnen
[bewerken | brontekst bewerken]- Brian Aldiss en David Hargrove, 'Trillion Year Spree', 1986.
- John Clute en Peter Nicholls (ed.), 'The Encyclopedia of Science Fiction', 1993.
- Edward James en Farah Mendlesohn (ed.), ' The Cambridge Companion to Science Fiction' , 2003
- Brooks Landon, 'Science Fiction after 1900', 1997.
- David Seed (ed.) 'A Companion to Science Fiction', 2005.
- Gary Westfahl (ed.), 'The Greenwood Encyclopedia of Science Fiction: Themes, Works, and Wonders', 2005.