Gaan na inhoud

hoen

Vanuit Wiktionary, die vrye woordeboek.
Enkelvoud Meervoud
Naamwoord hoen o hoenderen,
  hoenders 
Verkleinwoord hoentje hoentjes,
hoedertjes 
Verouderde vorme
Genitief hoens hoenderen,
  hoenders


Hulp:IPA: [ɦun]

, [(ɦ)un]

   
(lêer)
Hoender

    Hiponieme

haan m, hen v, kuiken o
kip, (Vlaams:) kieken
bleshoen, auerhoen, korhoen, parelhoen, waterhoen