2 Acties

Overzicht

Als u wilt dat bepaalde handelingen plaatsvinden als gevolg van gebeurtenissen (bijvoorbeeld verzonden meldingen), moet u acties configureren.

Acties kunnen worden gedefinieerd als reactie op gebeurtenissen van alle ondersteunde typen:

  • Triggertacties - voor gebeurtenissen waarbij de status van de trigger verandert van OK naar PROBLEEM en vice versa
  • Servicetacties - voor gebeurtenissen waarbij de status van de service verandert van OK naar PROBLEEM en vice versa
  • Ontdekkingsacties - voor gebeurtenissen wanneer netwerkontdekking plaatsvindt
  • Autoregistratieacties - voor gebeurtenissen wanneer nieuwe actieve agents zich automatisch registreren (of hostmetadata verandert voor geregistreerde agents)
  • Interne acties - voor gebeurtenissen wanneer items niet-ondersteund worden of triggers in een onbekende toestand terechtkomen

Het configureren van een actie

Om een actie te configureren, doet u het volgende:

  • Ga naar Configuratie -> Acties en selecteer het gewenste actietype uit het submenu (u kunt later overschakelen naar een ander type met de titeldropdown)
  • Klik op Actie maken
  • Geef de actie een naam
  • Kies de voorwaarden waarbij de bewerkingen worden uitgevoerd
  • Kies de bewerkingen die moeten worden uitgevoerd

Let op dat servicetacties kunnen worden geconfigureerd in de servicetactie sectie.

Algemene eigenschappen van de actie:

Alle verplichte invoervelden zijn gemarkeerd met een rode asterisk.

Parameter Beschrijving
Naam Unieke naam voor de actie.
Type berekening Selecteer de evaluatie optie voor actievoorwaarden (bij meer dan één voorwaarde):
En - alle voorwaarden moeten voldoen
Of - genoeg als één voorwaarde voldoet
En/Of - combinatie van beide: EN met verschillende voorwaardetypes en OF met hetzelfde voorwaardetype
Aangepaste expressie - een door de gebruiker gedefinieerde berekeningsformule voor het evalueren van actievoorwaarden.
Voorwaarden Lijst van actievoorwaarden.
Klik op Toevoegen om een nieuwe voorwaarde toe te voegen.
Als er geen voorwaarden zijn geconfigureerd, wordt de actie uitgevoerd voor elke gebeurtenis die overeenkomt met het actietype dat wordt geconfigureerd.
Ingeschakeld Vink het selectievakje aan om de actie in te schakelen. Anders wordt deze uitgeschakeld.