Eorl de Jonge was de laatste heer van de Éothéod, (III 2501-2510) de Eerste Koning van Rohan (III 2510-2545) en de eerste van het Huis van Eorl. Hij was de stichter van het land Rohan en de temmer van Felaróf.
Heer van de Éothéod[]
Eorl de Jonge, zoon van Léod, was in het jaar 2485 van de Derde Era geboren. Eorl was een wijze en jonge man en de held van zijn volk, de Éothéod. Hij had blond haar dat heel zijn leven hetzelfde bleef. Toen Eorl zestien jaar was stierf zijn vader toen hij probeerde het paard Felaróf, voorvader van de Mearas, te temmen. Het paard had toen nog geen naam en werd Mansban genoemd. Eorl jaagde op het dier en wilde hem doden, maar uiteindelijk temde hij het paard en liet het toch leven. Opdat moment noemde Eorl het paard Felarof.
Eorl volgde na deze jacht zijn vader op en werd heer van de Éothéod. Het was een groot volk met veel paarden maar ze hadden probleem, ze hadden te weinig ruitme. Negem jaar later kwam er een ruiter van Gondor genaamd Borondir naar Eorl toe met een boodschap van Stadhouder Cirion. Gondor werd aangevallen door de Balchoth, een volk uit Rhûn en Cirion vroeg om hulp. Eorl verzamelde de ridders en kwam Gondor te hulp, want hij wist dat als Gondor zou vallen de rest van Midden-aarde ook geen kans meer zou hebben.
Op 6 April reed Eorl met een Eohere, een groep ruiters, en een aantal honderd boogschuters te paard uit. De Eohere reed langs de Valei van de Anduin naar Gondor. Toen ze Dol Guldur, waar Sauron in het geheim verbleef, paseerden verliet een duisternis de poorten. De Eohere ging daarna meer naar het westen en een mist kwam uit Lorien. Dankzij deze mist kon de Eohere veilig langs Dol Guldur kommen.
Slag om het Veld van Celebrant[]
Eindelijk kwamen de Eohere aan bij het Veld van Celebrant waar de Balchoth hulp hadden gekregen van de Orks uit de Nevelbergen. De Eohere viel de vijand vanachteren aan en doodde het grootste gedeelte van het leger en de rest verdreven ze naar de Limlicht. Ten zuiden van de Limlicht lag de provincie Calenardhon, op aanvraag van Cirion verdedigde de Éothéod drie maanden het gebied.
De Eed van Eorl en Koning van Rohan[]
Drie maanden later gingen Cirion en Eorl naar de Amon Anwar, of Halfriel. Op deze plaats zweerde Eorl dat hij en zijn afstamelingen altijd de bondgenoten zouden zijn van Gondor, de Eed van Eorl, en Cirion gaf de Éothéod Calenardhon. Eorl wist dat hij en Cirion bondgenoten moesten blijven om zich tegen de groeiende duisternis in Midden-aarde te verdedigen.
Eorl liet de helft van zijn Eohere in Calenardhon achter en ging met de rest van zijn ridders terug naar het Land van de Éothéod om de achtergebleven Éothéod te halen. Eorl de Jonge werd de eerste koning van Rohan, de Éothéod hadden Calenardhon Rohan genoemd. Edoras werd de hoofdstad van Rohan en de Gouden Hal van Medasuld werd het paleis van Eorl. Omdat de hal van Medasuld nog niet klaar was woonde Eorl in de Aldburg, een stad in de Fold. In 2512 was Eorl's eerste zoon, Brego, geboren.
Dood[]
In 2545 van de Derde Era vielen de Oosterlingen het Wold aan. Eorl reed opnieuw uit om de mensen uit Rhûn te verslaan maar stierf in de verdediging. Hij en zijn paard Feralof werden begraven voor de poorten van Edoras.
Het huis van Eorl bleef over Rohan regeren en de Rohirim noemde zichzelf de Eorlingas, de zonen van Eorl. De Eed van Eorl werd niet vergeten en in de Oorlog om de Ring reed zijn afstameling Theoden uit naar Minas Tirith. Toen Sauron werd verslagen en de terugkeer van de Koning hernieuwden Eomer, koning van Rohan, en Aragorn, koning van Gondor, de Eed van Eorl.
Voorganger: Léod |
Heer van de Éothéod 2501-2510 III |
Opvolger: Geen |
Voorganger: Geen |
Koning van Rohan 2510-2545 III |
Opvolger: Brego |