Naar inhoud springen

vertakken

Uit WikiWoordenboek
  • ver·tak·ken

vertakken [2]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
vertakken
vertakte
vertakt
zwak -t volledig
  1. in kleinere delen splitsen
    • Het is het eerste deel uit een grootse dialoog tussen vier gelijkgestemde muzikanten, wier samenspel de som der delen overstijgt. Ieder nummer wordt uiteengereten en vervolgens herschapen tot een nieuw organisme. Al spelend groeit het, met ritmen en klankkleuren die als vanzelf opdoemen en zich vertakken. Het is een kwetsbaar, haast intiem proces dat de luisteraar dankbaar mag aanhoren.[3] 
    • Hoe onze voorouders zich vertakten en mengden in Afrika[4] 
98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[5]
  1. vertakken op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. Volkskrant Mathijs de Groot 16 oktober 2017
  4. NRC Lucas Brouwers 29 september 2017
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be