Naar inhoud springen

vennen

Uit WikiWoordenboek
  • ven·nen

de vennenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord ven


  • ven·nen
Naar frequentie 30635

vennen, g

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van ven


  • ven·nen
Naar frequentie 698

vennen, m

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van venn


  • ven·nen

vennen, m

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van venn