tweeëntachtig

Nederlands


0	0	8	2

tweeëntachtig,
op een abacus

tweeëntachtig

"82", het getal tussen eenentachtig en drieëntachtig, tachtig plus twee
1. om een hoeveelheid aan te geven
  - De totale kosten bedragen tweeëntachtig euro en zevenendertig cent.
2. om een plaats in een volgorde aan te geven
  - Het juiste antwoord op opgave tweeëntachtig is "42".

zelfstandig naamwoord samengesteld met "tweeëntachtig" ht

bijvoeglijk naamwoord samengesteld met "tweeëntachtig" ht

bijwoord

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "tweeëntachtig" ht als linkerdeel

hooftelwoorden samengesteld met "tweeëntachtig" ht als rechterdeel

1. het getal 82

de tweeëntachtig v / m

dat wat in een (rang)ordening met 82 is aangeduid
- Het is weer de tweeëntachtig die het niet doet, kunnen we die niet simpel vervangen?
- Haar drieëntachtigste verjaardag was een belangrijk moment, want haar leven werd heel anders toen ze de tweeëntachtig eenmaal voorbij was.

de tweeëntachtig mv

groep van 82 eenheden
- De tweeëntachtig zijn natuurlijk blij, maar laten we ook denken aan het verdriet van de vier die zijn afgewezen.

Het woord tweeëntachtig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	tweeëntachtig	tweeëntachtigs
verkleinwoord	tweeëntachtigje	tweeëntachtigjes