topverkoper
Uiterlijk
- Geluid: topverkoper (hulp, bestand)
- top·ver·ko·per
- samenstelling van top zn en verkoper zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | topverkoper | topverkopers |
verkleinwoord | topverkopertje | topverkopertjes |
de topverkoper m
- (beroep) persoon die heel veel verkoopt; iemand die meer verkoopt dan andere verkopers
- ▸ Hij was niet de topverkoper van Bloomfield Weiss geworden door alleen maar met een knuppel te zwaaien.[1]
- ▸ Volgens Rolf van Wegberg, cybercrime onderzoeker bij de TU Delft, is er sprake van een trendbreuk: ,,Waar deze operaties zich eerder richtten op het oppakken van beheerders van dit soort marktplaatsen en het in beslag nemen van de infrastructuur, zien we dat politiediensten zich nu richten op het arresteren van de topverkopers.”[2]
- Het woord topverkoper staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ “Uit kille berekening” (1995), Van Holkema & Warendorf
, ISBN 9026973144
- ↑
Weblink bron “Politie gooit roer om en pakt handelaars illegale marktplaats aan: liefst 26,7 miljoen euro afgepakt” (26-10-2021), Tubantia