thuislaten
Uiterlijk
- Geluid: thuislaten (hulp, bestand)
- thuis·la·ten
- samenstelling van thuis bw en laten ww
thuislaten
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
thuislaten |
liet thuis |
thuisgelaten |
klasse 7 | volledig |
- iets ergens niet mee naartoe nemen
- ▸ Nederlandse sporters die eind deze maand afreizen naar China voor de Olympische Winterspelen moeten hun eigen telefoon en laptop thuislaten, schrijft de Volkskrant. Dat gebeurt uit angst voor spionage in China, "surveillance".[1]
- iemand ergens niet mee naartoe nemen
- ▸ Hij doelt op het thuislaten van sterspeler Hakim Ziyech en Ajacied Noussair Mazraoui. Beide spelers liggen in een conflict met Halilhodzic. "Mazraoui is een lieve jongen, doet niemand iets kwaad en heeft geen gedragsproblemen."[2]
- Het woord thuislaten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Uit vrees voor spionage geen eigen telefoons mee naar Winterspelen” (11 JANUARI 2022), NOS
- ↑ Weblink bron “Marokko tegen Egypte op Afrika Cup: 'Een soort Nederland-Duitsland...'” (ZA 29 JANUARI 2022), NOS