tets
Uiterlijk
- tets
de tets mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord tet
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tets" herkend door:
31 % | van de Nederlanders; |
20 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als adj.
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | tets | tetser | tetst |
verbogen | tetse | tetsere | tetste |
partitief | tets | tetsers | - |
- Van het Ripuarische tetschig, verdere etymologie onbekend [1]
tets
- Het woord tets staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Jiddisch-Hebreeuws in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Prevalentie Nederland 31 %
- Prevalentie Vlaanderen 20 %
- Niet met deze vorm in Woordenlijst Nederlandse Taal
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Voeding in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal