spiritueel
Uiterlijk
- Geluid: spiritueel (hulp, bestand)
- spi·ri·tu·eel
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘onstoffelijk, geestig’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1378 [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | spiritueel | spiritueler | spiritueelst |
verbogen | spirituele | spirituelere | spiritueelste |
partitief | spiritueels | spirituelers | - |
spiritueel
- (religie), (psychologie) met betrekking tot de geest
- Oorspronkelijk had Yoga in het Oosten vooral een spiritueel karakter.
- ▸ Terwijl ik door het platte landschap liep raakte ik in een soort trance, heerlijk verdoofd ging alles op de automatische piloot en liep ik mijn spirituele fase in.[2]
- Het woord spiritueel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "spiritueel" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "spiritueel" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be