seksloos
Uiterlijk
- seks·loos
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | seksloos | sekslozer | seksloost |
verbogen | seksloze | sekslozere | sekslooste |
partitief | seksloos | sekslozers | - |
seksloos
- zonder seks te bedrijven
- Veel Nederlanders hebben een seksloos huwelijk.
- zonder seksuele aantrekkingskracht
- Een tuinbroek is een van de meest seksloze kledingstukken voor een vrouw.
- Het woord seksloos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.