plaatsigheid

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  plaatsigheid    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• plaat·sig·heid

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van plaatsig met het achtervoegsel -heid.

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	plaatsigheid	-
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de plaatsigheid v

1. (wiskunde) het aantal argumenten van een relatie of functie

   • ... Ook hier geven we de plaatsigheid aan door een hooggeplaatste index. 

Synoniemen

• ariteit

Vertalingen

    1. het aantal argumenten van een relatie of functie   

Duits: Stelligkeit (de) Engels: arity (en) Esperanto: loknombro (eo) Estisch: aarsus (et) Frans: arité (fr) Galicisch: aridade (gl) Ido: arito (io) Noors: aritet (no)

Pools: argumentowość (pl) Portugees: aridade (pt) Russisch: арность (ru) Servisch: aрност (sr) Slowaaks: árnosť (sk) Spaans: aridad (es) Zweeds: aritet (sv)

Gangbaarheid

• Het woord 'plaatsigheid' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.