pijl
Uiterlijk
Niet te verwarren met: Pijl |
- pijl
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘projectiel voor een boog’ voor het eerst aangetroffen in 1373 [1]
- via Middelnederlands pile van Latijn pilum [2][3]
- [5] van lat pilus "een haar, haartje" [4][5]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pijl | pijlen |
verkleinwoord | pijltje | pijltjes |
de pijl m
- (militair), (sport) langwerpig projectiel met scherpe punt dat met behulp van een boog afgeschoten kan worden
- Hij heeft nog meer pijlen op zijn boog.
- symbool in de vorm van een lange streep met twee korte strepen die samenkomen in één punt (zoals ↑, ↗, →, ↘, ↓ of ←), vaak gebruikt om ergens de aandacht op te vestigen of richting aan te geven
- Op het verkeersbord dat de wegomlegging aankondigde stond de pijl de verkeerde kant op.
- (wiskunde) de grootste afstand tussen een cirkel en een koorde
- (bouwkunde) de afstand tussen de top van een boog en de verbindingslijn tussen de aanzetpunten
- haar, dun reepje
- een pijl witlof
- [1] pijl en boog
- [1] als een pijl uit een boogopeens heel snel
1. projectiel
- Het woord pijl staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pijl" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[6] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "pijl" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ pijl op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ pijl op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 1 lettergreep in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Militair in het Nederlands
- Sport in het Nederlands
- Wiskunde in het Nederlands
- Bouwkunde in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %