opschroeven
Uiterlijk
- Geluid: opschroeven (hulp, bestand)
- op·schroe·ven
- samenstelling van op en schroeven ww
opschroeven [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
opschroeven |
schroefde op |
opgeschroefd |
zwak -d | volledig |
- iets groter of hoger maken, of dat alleen maar beloven
- Het opschroeven van de financiële ambities eind 2006 was het gevolg van druk van de ‘peer group’, zegt Bergen. Andere banken zoals Deutsche Bank haalden een hoger rendement, KBC moest hoger mikken. ‘Professionele beleggers vonden ons niet ambitieus genoeg. De sfeer was bijna van: hoe durf je hier binnenkomen om je aandeel aan te prijzen’, zegt Bergen.[2]
- Tesla kan productie Model 3 opschroeven na ophalen 1,8 miljard [3]
- ▸ Ik besloot mijn tempo op te schroeven, in de hoop andere hikers in te halen en me bij hen aan te sluiten.[4]
- [1] aanwakkeren, aandikken, opblazen, opkloppen, overdrijven, opvoeren, verheffen, opsmukken, opdrijven
1. iets groter of hoger maken, of dat alleen maar beloven
- Het woord opschroeven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "opschroeven" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ ZATERDAG 9 SEPTEMBER 2017
- ↑ Tubantia Karolien Koolhof 13-08-2017
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 97 %
- Prevalentie Vlaanderen 93 %