omhoog
Uiterlijk
- om·hoog
- In de betekenis van ‘bijwoord van plaats: in de hoogte’ voor het eerst aangetroffen in 1486 [1]
- samenstelling van om en hoog [2]
omhoog
- bijwoordelijk deel van een scheidbaar werkwoord: in opwaartse richting
- in opwaartse richting
- ▸ Waarom had ik geen donder gehoord of bliksem gezien tijdens mijn tocht omhoog? Wat had ik nu spijt van het plan om de zonsondergang en zonsopkomst vanaf de top te willen gaan bekijken.[3]
1. omhoog
- Het woord omhoog staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "omhoog" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ "omhoog" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ omhoog op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be