neerzakken
Uiterlijk
- Geluid: neerzakken (hulp, bestand)
- neer·zak·ken
neerzakken [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
neerzakken |
zakte neer |
neergezakt |
zwak -t | volledig |
- naar beneden gaan
- ▸ Ik zakte teleurgesteld neer op een houten bankje naast het raam en opende het gastenboek van het café dat als ‘trail-register’ fungeerde.[3]
- ▸ Dankzij soms fikse hoogteverschillen - niet iedere wandelaar is er blij mee - levert dat telkens grandioze vergezichten op. Voor wie het te veel wordt: geen paniek, je kunt altijd neerzakken op het strand of bij een van de restaurants langs de route, waar de vis en wijnen wachten.[4]
- Het woord neerzakken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ neerzakken op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Weblink bron Leo van Marrewijk“Wandelen tussen de kurkeiken” (19-03-2020), Tubantia