Naar inhoud springen

neerhof

Uit WikiWoordenboek
Model van een Groninger borg met twee neerhoven
  • neer·hof
enkelvoud meervoud
naamwoord neerhof neerhoven
verkleinwoord neerhofje neerhofjes

het neerhofo

  1. een voorgebouw van een feodaal huis zoals een kasteel, borg, havezate of state
    • Omstreeks 1730 verplaatste men de ingang van het kasteel naar de middenvleugel aan de zuidkant, tussen de twee middentorens. Een sober hardstenen portaal in Lodewijk XV-stijl vormde met een bovenbouwwerk de omlijsting. De twee poorten van het neerhof en de inrij in de westelijke en oostelijke hoek ten zuiden van het kasteel, werden gebouwd en met een typisch mansart-dak afgedekt4. [3] 
16 % van de Nederlanders;
81 % van de Vlamingen.[4]