mok
Uiterlijk
- mok
1 | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | mok | mokken |
verkleinwoord | mokje | mokjes |
2 | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | mok | - |
verkleinwoord | - | - |
- (gereedschap) (huishouden) een (stenen) drinkbeker, meestal voorzien van een oor [10]
- Ik drink graag koffie uit een mok.
- (diergeneeskunde) een verzamelnaam voor verschillende vormen van huidirritaties en -ontstekingen aan de onderbenen van een paard, voornamelijk in de kootholte [11]
- afkorting voor moeilijk opvoedbaar kind
- [3] mok-school, mokfluweel
vervoeging van |
---|
mokken |
mok
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mokken
- Ik mok.
- gebiedende wijs van mokken
- Mok!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mokken
- Mok je?
- Het woord mok staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "mok" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[12] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "mok" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ mok op website: Etymologiebank.nl
- ↑ mok op website: Etymologiebank.nl
- ↑ mok op website: Etymologiebank.nl
- ↑ mok op website: Etymologiebank.nl
- ↑ mok op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 3
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Gereedschap in het Nederlands
- Huishouden in het Nederlands
- Diergeneeskunde in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %