mitrailleur
Uiterlijk
- Geluid: mitrailleur (hulp, bestand)
- mi·trail·leur
- In de betekenis van ‘snelvuurwapen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1894 [1]
- Naamwoord van handeling van mitrailleren met het achtervoegsel -eur [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mitrailleur | mitrailleurs |
verkleinwoord | mitrailleurtje | mitrailleurtjes |
- (militair) een volautomatisch snelvuurwapen waarmee in korte tijd een groot aantal projectielen afgevuurd kunnen worden
- (beroep) iemand die een automatisch snelvuurgeweer hanteert
1. zie: machinegeweer
- Het woord mitrailleur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "mitrailleur" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "mitrailleur" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ mitrailleur op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -eur in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Militair in het Nederlands
- Beroep in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 94 %
- Prevalentie Vlaanderen 95 %