leeman
Uiterlijk
- lee·man
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | leeman | leemannen leemans |
verkleinwoord |
de leeman m
- pop met beweegbare ledematen
- pop met verstelbare ledematen in gebruik als model bij kunstschilder
- De consequente lijn in de oefeningen van de stadstekenacademie was hier afwezig, ook al behoorden de meeste onderdelen van het programma (tekenen naar leeman, pleister en model) tot de traditionele oefenstof van de kunstenaar. [3]
- (figuurlijk) persoon die zich willoos door anderen laat gebruiken
- De achternaam Le(e)man(s)/Leman(s) is ontleend aan Middelhoogduits lêhemann, lenman boer op een leengoed (als tegenstelling tot een vrije boer met eigen grond) [4].
- Het woord leeman staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "leeman" herkend door:
23 % | van de Nederlanders; |
29 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ leeman op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Knolle, P."Het departement der tekenkunde van Felix Meritis" in: Documentatieblad werkgroep Achttiende eeuw. jrg. 15 (afl. 2) nr. 59/60 (1983) APA - Holland Universiteits Pers, Amsterdam & Maarssen; p. 157; geraadpleegd 2018-03-20
- ↑ Lehmann op Duitstalige Wiktionary
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Figuurlijk in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 23 %
- Prevalentie Vlaanderen 29 %