kruisteken
Uiterlijk
- Geluid: kruisteken (hulp, bestand)
- kruis·te·ken
- samenstelling van kruis en teken
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kruisteken | kruistekenen kruistekens |
verkleinwoord | kruistekentje | kruistekentjes |
het kruisteken o
- (religie) gebaar met de hand over het hoofd, schouders en lichaam in de vorm van een kruis bij het begin en en einde van een gebed bij katholieken
- In de etappe naar Cauterets, waar hij vierde werd, maakte hij al een kruisteken om zijn vriend te herdenken. ‘Als ik één rit mag uitkiezen waar ik nog iets wil laten zien, dan is het die naar La Toussuire’, vertelde Pauwels eerder op de rustdag. [1]
- (religie) afbeelding van een christelijk kruis
- Bakstenen met kruisteken bijna klaar: Wie de ontwikkeling van het St. Plechelmusplein nauwlettend in de gaten houdt, moet hebben opgemerkt dat de bakstenen met kruisjes nog niet op het plein liggen. Rondom het plein komen 30.000 klinkers te liggen met daarin een kruis gegraveerd.[2]
- een kruisteken maken, een kruisteken slaan
1. een kruisteken maken, een kruisteken slaan
- Het woord kruisteken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kruisteken" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ De Standaard 24/07/2015
- ↑ Tubantia 05-07-2012
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be