Naar inhoud springen

koren

Uit WikiWoordenboek
  • ko·ren
enkelvoud meervoud
naamwoord koren -
verkleinwoord - -

[A] het koreno

  1. (landbouw) als gewas geteeld graan
  • Dat is koren op zijn molen.

[B] de korenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord koor
98 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[4]