invectief
Uiterlijk
- in·vec·tief
- uit het Frans[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | invectief | invectieven |
verkleinwoord |
het invectief o
- honende uitspraak
- Het woord invectief staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "invectief" herkend door:
37 % | van de Nederlanders; |
34 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be