grootvleugelig
Uiterlijk
- Geluid: grootvleugelig (hulp, bestand)
- IPA: / ɣrotˈfløɣələx / (4 lettergrepen)
- groot·vleu·ge·lig
- samenstellende afleiding van groot bn en vleugel zn met het achtervoegsel -ig
- [2] terugvorming uit grootvleugeligen zn
stellend | |
---|---|
onverbogen | grootvleugelig |
verbogen | grootvleugelige |
partitief | grootvleugeligs |
grootvleugelig
- (dierkunde) met grote vleugels
- ▸ Tingis pilosa werd nu in België voor de vijfde maal aangetroffen. In Nederland is de soort zeldzaam. Deze status is ook geldig voor België. Ze zijn grootvleugelig, 3,5 - 4,1 mm groot.[1]
- (dierkunde) behorend of met betrekking tot de orde Megaloptera , insecten die relatief grote vleugels hebben
- [1] kleinvleugelig
- Het woord 'grootvleugelig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron Viskens Gaby & Bruers JosWantsen van de Abeekvallei in: Jaarboek Abeek '08, jrg. 14 (2008), Natuurpunt afdeling Meeuwen-Gruitrode & Peer, p. 38
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 14
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -ig in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Dierkunde in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal