grasbaan

Nederlands

grasbaan

Uitspraak

• Geluid:  grasbaan    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈxrɑzban / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• gras·baan

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  gras zn  en  baan zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	grasbaan	grasbanen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de grasbaan v / m

1. grasveld dat men gebruikt voor sportbeoefening

   • Tussen de 120 en 150 motorcoureurs uit Lattrop en omgeving hebben maandagmiddag en -avond meegedaan aan de traditionele revanchewedstrijden op de grasbaan Het Pandoer in Lattrop.  
   • KV Lemselo is kampioen. De klootschieters behaalden zondag op de grasbaan van De Brink in Ootmarsum een 2-1 overwinning. Genoeg voor het kampioenschap in de overgangsklasse en promotie naar het hoogste niveau, de hoofdklasse.  
   • Sjarapova, die onlangs nog Roland Garros won en in de vorm van haar leven leek, kreeg totaal geen vat op het spel van Lisicki. De Duitse nummer 15 van de wereld sloeg de ballen keihard over de grasbaan. Ook een regenpauze bracht geen verandering in het spelbeeld.  
   • De leden van Atletiek Vereniging Twenterand kunnen voorlopig niet terecht op de nieuwe baan op het sportpark ’t Twistveen in Westerhaar. Een bocht van de nieuwe grasbaan op ‘t Twistveen zou volgens een bestuurslid van AV Twenterand ‘te vochtig’ zijn.  

Afgeleide begrippen

• grasbaanrace, grasbaantornooi, grasbaantoernooi

Vertalingen

    1.   

Engels: field runway (en)

Gangbaarheid

• Het woord grasbaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "grasbaan" herkend door:

93 %	van de Nederlanders;
86 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.