graankorrel
Uiterlijk
- Geluid: graankorrel (hulp, bestand)
- graan·kor·rel
- samenstelling van graan en korrel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | graankorrel | graankorrels |
verkleinwoord | graankorreltje | graankorreltjes |
de graankorrel m
- een vrucht waarbij de vruchtwand met de zaadhuid en de zaadkern is vergroeid. Soms, zoals bij gerst, spelt, rijst en timoteegras, ook nog verder vergroeid met de omhullende kafjes.
- Graankorrels vormen een van de belangrijkste voedselbronnen voor de mens.
- Het woord graankorrel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "graankorrel" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be