geslachtsziekte
Uiterlijk
- Geluid: geslachtsziekte (hulp, bestand)
- IPA: / ɣəˈslɑx(t)siktə / (4 lettergrepen)
- ge·slachts·ziek·te
- samenstelling van geslacht en ziekte met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geslachtsziekte | geslachtsziekten geslachtsziektes |
verkleinwoord |
de geslachtsziekte v
- (medisch) (seksualiteit) een aandoening aan de geslachtsorganen, vaak een seksueel overdraagbare aandoening
- Het aantal geslachtsziekten onder jongeren groeit.
1. een aandoening aan de geslachtsorganen, vaak een seksueel overdraagbare aandoening
- Het woord geslachtsziekte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "geslachtsziekte" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 15
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Invoegsel -s- in het Nederlands
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Medisch in het Nederlands
- Seksualiteit in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %