geëxperimenteer
Uiterlijk
- ge·ëx·pe·ri·men·teer
- Naamwoord van handeling van experimenteren met het voorvoegsel ge-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geëxperimenteer | |
verkleinwoord |
het geëxperimenteer o
- het steeds nieuwe dingen proefondervindelijk testen en zo ontdekken hoe iets werkt
- ▸ Ze was als rebelse tiener al op haar 16e van huis gegaan en had, met veel geëxperimenteer, geleerd op haar eigen benen te staan.[1]
- (pejoratief) het aanhoudend klungelen zonder zich aan de regels te houden
- ▸ Laten we de spelregels vrij, dan is dat het einde van de topsport. Wat is dan nog de waarde van een prestatie of die glorieuze overwinning? Vrij dopinggebruik werkt geëxperimenteer in de hand, met mogelijk levensgevaarlijke situaties als gevolg.[2]
- Het woord geëxperimenteer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Weblink bron “Columns & scoringsdrang” (21-11-2017), Tubantia