erekruis

Nederlands

[1] kruis op een begraafplaats

[2] erekruis als ereteken

Uitspraak

• Geluid:  erekruis    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ere·kruis

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  eer  en  kruis zn  met het invoegsel -e- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	erekruis	erekruisen erekruizen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het erekruis o

1. kruisvormig herdenkingsteken op een begraafplaats
2. onderscheidingsteken horend bij een militaire- of ridderorde

   • Choreografe Anne Teresa De Keersmaeker zal woensdag in Wenen het Oostenrijkse ‘Erekruis voor Wetenschap en Kunst’ ontvangen. 
   • Dat hij vandaag het erekruis in ontvangst mocht nemen heeft zijn partner pas vandaag aan hem verteld. 
   • Van bij elkaar ruim 130 jaar ervaring als hofdame werd in maart dit jaar in één keer afscheid genomen. Vijf hofdames, van wie één al onder Juliana was begonnen, zwaaiden af met een Erekruis in de Huisorde van Oranje: 
   • De helft van de 22 werknemers van de Kanselarij heeft de afgelopen weken ruim drieduizend erekruisen in fraaie doosjes gelegd. En evenzoveel oorkondes in mooie kokers gerold. 

Synoniemen

• [2] onderscheidingsteken, insigne, onderscheiding, ridderkruis, ridderorde

Gangbaarheid

• Het woord erekruis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "erekruis" herkend door:

95 %	van de Nederlanders;
92 %	van de Vlamingen.