collatie
Uiterlijk
- col·la·tie
- In de betekenis van ‘vergelijking van teksten’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1475.[1]
- [1-2] Leenwoord uit Frans collation ‘het bijeenbrengen, vergelijking’, ontleend aan Latijn collātiō ‘het bij elkaar brengen, bijdrage, vergelijking’.[2]
- [3-4] Vroegnieuwnederlands collatie ‘lichte (avond)maaltijd (oorspr. na de geestelijke lezing ’s avonds)’, uit Middelnederlands collacie ‘godsdienstige toespraak’, ontleend aan Oudfrans collation ‘de lichte maaltijd en geestelijke lezing ’s avonds in het klooster’.[2]
- [5] Middelnederlands collatie ‘raad’, ontleend aan Latijn.[2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | collatie | collaties |
verkleinwoord | - | - |
- vergelijking van een afschrift met het origineel of met andere afschriften
- tekstvergelijking
- (religie) benoeming van een geestelijke, pastoor of dominee
- (religie) bijeenkomst van kloosterlingen, maaltijd die dan gebruikt wordt
- (juridisch) (verouderd) inbreng door erfgenamen
- Het woord collatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "collatie" herkend door:
44 % | van de Nederlanders; |
53 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "collatie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ 2,0 2,1 2,2 collatie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Religie in het Nederlands
- Juridisch in het Nederlands
- Verouderd in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 44 %
- Prevalentie Vlaanderen 53 %