Naar inhoud springen

boni

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Boni
  • bo·ni
enkelvoud meervoud
naamwoord boni boni's
verkleinwoord bonietje bonietjes

hetbonio

  1. (boekhouding) batig slot, saldo

debonimv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord bonus (verouderd)
21 %van de Nederlanders;
35 %van de Vlamingen.[2]