blokfluit
Uiterlijk
![]() A het blok B de luchtspleet C het labium, de lip |
![]() |
- blok·fluit
- In de betekenis van ‘blaasinstrument’ voor het eerst aangetroffen in 1944 [1]
- samenstelling van blok en fluit [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | blokfluit | blokfluiten |
verkleinwoord | blokfluitje | blokfluitjes |
- (muziekinstrument) een eenvoudig houten blaasinstrument dat recht voor de mond wordt bespeeld
- Door de constructie van de kop van een blokfluit is het blazen van een toon vrij gemakkelijk.
- Met een blokfluit bedoelt men meestal het sopraanmodel.
- bamboefluit, bekfluit, blok, dwarsfluit, fluit, kop, labium, rietfluit
1. een eenvoudig houten blaasinstrument
- Het woord blokfluit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "blokfluit" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "blokfluit" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ blokfluit op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- WikiWoordenboek:Pagina's die ISBN magische koppelingen gebruiken
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Muziekinstrument in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %