blokdag
Uiterlijk
- blok·dag
- samenstelling van blokken ww en dag zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | blokdag | blokdagen |
verkleinwoord | blokdagje | blokdagjes |
de blokdag m
- een dag dat een student heel hard aan het studeren is als voorbereiding op een examen
- Ik zit op kot in Antwerpen, maar ga altijd thuis blokken. En daar is maar één reden voor: het eten van mijn moeder. Ik ben een echte Bourgondiër en vind eten zalig. Maaltijden zijn de hoogtepunten van mijn blokdagen. [1]
- Mijn blokdag begint rond twaalf uur 'smiddags. Ik eet wat, check mijn mail en kruip achter mijn bureau. Ik kom daar alleen vandaan om te eten. [2]
- "Meer dan vijftig studenten hebben gisteren gestudeerd in het stadion van Oud Heverlee Leuven. Zo werd de eerste blokdag een succes." [3]
- Het woord 'blokdag' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "blokdag" herkend door:
81 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ De Standaard 26 MEI 2008 'Het bio-eten van mijn mama'
- ↑ De Standaard 02 JUNI 2008 'Samen studeren tot vijf uur 's morgens'
- ↑ De Standaard 25 MEI 2016 Hannelore Smitz Studenten komen blokken in stadion Oud Heverlee Leuven
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be